- 900 - strijdig gedrag, in één woordonafgebroken plichtsbetrachting." De eminente hoogleeraar zegt hier wel waarop tucht berust en geeft ook aan wat er uit voortvloeitmaar zegt niet wat onder tucht te verstaan is. Andere definities ga ik thans voorbij, (ze gaan over het algemeen mank aan hetzelfde euvel,) om even stil te staan bij wat onze reglementen en voorschriften zeggen omtrent den gehoorzaamheidsplicht c. a Art. 4 Reglement, op den Inwendigen Dienst: „Het is de wil der Koningin dat de meerdere in den mindere een lijdelijke gehoorzaamheid vinde en dat al de gegeven bevelen letterlijk en onverwijld worden ten uitvoer gebracht". Punt 6 Leidraad voor Opleiding en Oefening: „Een oordeelkunaige toepassing van reglementen en voorschriften is voor officieren en kader een onafwijsbare eiseh". Art. 5 Reglement op den Inwendigen Dienst: „Is de letterlijke uitvoering, van een gegeven bevel door de omstandigheden onmogelijk geworden en ontbreekt de gelegenheid tot het vragen van nieuwe oevelen, dan is de min dere verplicht in den geest van het bevel op eigen verantwoor delijkheid te handelen." Punt 1 Leidraad velddienst: „Vindt hij den toestand ter plaatse anders dan door den lastgever ondersteld werd, dan is hij verplicht, zelfstandig de door hem noodig geachte maatregelen te nemen en den lastgever daarmede in kennis te stellen." Punt 343 Reglement op de exercitiën der Infanterie: „Met gezag bekleed moet men zich bewust zijn, dat besluite loosheid en overdreven aanhankelijkheid aan bevelen, die blijk baar wijziging behoeven, schadelijk kunnen worden voor den uitslag van het gevecht." Ik wil vragen Getuigt die tegenstrijdigheid in onze voor schriften van grooten eerbied voor wettenreglementen en bevelen zooals 'k hierboven zeide, een hooidkenmerk van een goede tucht Er is wisselwerking: hoe meer eerbied voor de wet, des te beter zal ze zijn hoe voortreffelijker de wet, des te beter zal ze worden geëerbiedigd. Hoe beter er wordt bevolen, des te beter zal er gehoorzaamd worden Men late nooit orders in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 234