904 tegelijk. Men heeft zulke bevelen op te volgen, ook al bestaat er voor die opvolging bij de grootste helft geen geestdrift. Tucht waartoe dus ook Gezag behoort legt verplichtingen op tegenover zijn meerderen, tegenover zijn minderen en tegen over zich zelf. Gezag berust: le op bevoegdheid aan de wet ontleend, 2e op zedelijk overwicht. Hoe minder het eerste moet worden~ te hulp"geroepen,~Boe beter. Strikte rechtvaar digheid en een aanhoudende zelfcontrole, ten aanzien van be voegdheid, zijn de beste steunpilaren van het gezag. Een iegelijk moet doordrongen zijn van het besef, dat hij zich tot zijn chef heeft te wenden voor de behartiging van zijn belangen en bij hem, (en niet elders) bescherming moet zoeken tegen onrecht. Maar dat besef schiet te kort, deels ook omdat we niet welwillend genoeg gestemd zijn tegenover het inbrengen van klachten. Een éérste vereischte voor een goeden geest in het leger is - ten bate of ten koste van wien ook het hooghouden van het recht! Een rustig optreden bevordert ook 't rustige bij den troep en daaraan is nog altijd veel behoefte. Ook het bevorderen van zelfstandigheid eischt nog steeds de volle aandacht. De practijk is ten achter gebleven bij ons voor treffelijk voorschrift „Leidraad voor opleiding en oefening!" Het eeuwigdurend uitvorschen van de „opinie" van een chef is me hoogst antipathiek. Elkeen doe, naar beste weten, zijn plicht, volgens de voorschriften, dan zullen de „opinie's" en „intentie's" van zijn chef hem, voor zooveel noodig, wel bereiken te eerder daar deze zich toch óók houden binnen de palen van gehoorzaamheid aan wetten, reglementen en van hoogerhand gegeven bevelen! Een paar woorden over initiatief. Initiatief kan betoond worden door: le te handelen zonder bevelen 2e af te wijken van de letter van een bevel, terwille van den geest. Men is in het tweede geval verplicht de afwijking van de letter te verantwoorden met een beroep op den geest. Juist daarin

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 238