911 Estorff vinden we (de batterijen hadden 4 stukken) een kanon op resp. 100, 90, 80 en 60 man, bij Müller éen stuk op 25 man, bij von der Heijde zelfs een op 20 man. Ook hier zouden de kanonnen, wegens totaal gebrek aan schootsveld, weer weinig of geen werk kunnen doen, zooals bij de volgende gevechten ook bleek. Meer machine-geweren zou den de gevechtskracht veel beter verhoogd hebben dan deze zoo overdreven talrijke artillerie. De colonnes von Estorff, von der Heijde en Müller waren door de vonken-telegraaf verbonden; met von Deimling onder hield het Hoofdkwartier verband door middel van heliographen. Zondert men de afdeeling von Deimling uit, dan hadden de colonnes gemiddeld geen grooter sterkte dan 200 man, nog niet 1/7 van de geheele om den Waterbei g vereenigde macht. De vijand stond daar nu sedert maandenook het opmarcheeren der colonnes had hem niet verdreven, het was dus duidelijk, dat hij hier den beslissen den strijd zou aannemen en daarom zou zeker het aantrekken van verschillende colonnes om op éen punt een krachtigen aanval te doen, geboden zijn geweest. Op dat éene punt zouden de Herero's dan van hun geheele overmacht geen gebruik hebben kunnen maken, terwijl zij nu ge makkelijk met groote overmacht op de 200 man sterke colonne- tjes konden vallen. Verkenningen hadden vastgesteld, dat de Herero's zich be vonden in het terrein tusschen Omuweroumue, Hamakari en Waterberg. Had von Trotha dan von Estorff en Volkmann zonder offensieve opdracht in het N. en JM. O. gelaten en alle overige colonnes vereenigd om een krachtigen stoot te doen, dan zou zeer waarschijnlijk aan een deel der vijandelijke macht een gevoelige slag zijn toegebracht, die daarna door meerdere andere gevolgd had kunnen worden. Zooals het nu was, liepen de Duitschen overal de kans met hun kleine colonnes tegenover groote overmacht te komen en waren ze van elkaar gescheiden door hemelsbreede afstanden van 20 (Estorff von der Heijde) tot 45 K. M. (Müller Deimling). In zijn directieven voor den aanval (uitgegeven te Erindi Ongoahere, den 4en Augustus 1904) had von Trotha zooveel mogelijk maatregelen genomen voor het welslagen der onder-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 245