916
■der bevelen voor den volgenden dag was door hetgeen intus-
schen was voorgevallen, niet meer mogelijk. Immers, vooreerst
waren de Herero's door de vervolging van von Deimling niet
langer bij Waterberg geconcentreerd en verder kon de colonne
von der Heijde, na de nederlaag van den llen, den 12en niet
aan de operatiën deelnemen, zooals haar commandant ook aan
den Opperbevelhebber berichtte.
Den 12en bij het aanbreken van den dag openden de Here
ro's bij Hamakari opnieuw het vuur op de troepen van von
Mühienfels.
Toen evenwel Deimling uit het N. W. naderde, gaven zij den
strijd op en verdwenen in Z. O. richting.
Ook de groote massa's vijanden, die bij Waterberg stonden,
-alsmede zij, die von der Heijde hadden aangevallen, trokken
naar 't Z.O. af, zonder dat von der Heijde of von Mühienfels, bei
den veel te zwak en beiden min of meer gedemoraliseerd, in staat
waren, dat te beletten.
Trouwens, van den aanvang af' was het niet mogelijk, ook
al zou von der Heijde niet geslagen zijn, met de 1500 man,
die von Trotha bij Waterberg onder zijne bevelen had, den
vijand een ontwijken te ontzeggen. Ook daarvoor was 't niet
noodig, zelfs ongewenscht, de troepen zóó te versnipperen:
tusschen de colonnes bleven in het, bovendien zeer bedekte en
een ontwijken vergemakkelijkend terrein zóo groote strooken
open, dat feitelijk de vijand in zijn plannen slechts in zeer
geringe mate gedwarsboomd kon worden, te minder omdat de
Herero's, die zich reeds maanden in de streek bevonden, met
alle zijpaden bekend waren.
Den 12en Augustus waren de reeds reusachtige mazen van
het zwakke net, dat von Trotha om de Herero's had gespannen,
nog vergroot doordat de colonne von der Heijde geheel en die
van von Mühienfels zoo goed als verlamd was (de laatste door
de nog stand houdende verdedigers van Hamakari) voor of
fensieve bewegingen tegen den terugtrekkenden vijand.
Het resultaat van de gevechten bij Waterberg was evenwel
in zooverre gunstig voor de Duitschers, dat de Herero's ook
gedemoraliseerd waren en onder achterlating van een groot
deel van hun vee en hun andere bezittingen de vlucht hadden