924 toelaten. Men heeft daarvoor de strookschijf, waarop drie ge lijke figuren. Het nut dezer figuren is zeer twijfelachtig. Da bedoeling van het S. Y. S. is, dat de onderwijzer een der figuren als doel aanwijst, hetzij de middelste dan wel een der beide uiterste figuren. (I. M. T. bldz. 594). In het laatste geval is het zeer de vraag of de afmetingen der schijf zoo groot zijn de beide opstaande randen zijn slechts 1 d. M. van de randen der figuren dat zij aan haar doel beantwoordt. De drie ge lijke figuren leveren bovendien het nadeel, dat de recruut, in den aanslag komende en dadelijk gericht zijnde op één der figuren, nu nog moet nagaan of hij wel de aangewezen figuur op den korrel heeft, wat onnoodig tijdverlies geeft, den man verder belet vlug een gericht schot af te geven en bovendien in strijd is met de werkelijkheid. In 't gevecht toch is het onverschillig of de schutter van eenige vijandelijke tirailleurs den middenman, dan wel diens buurman op den korrel heeft en zal hij schieten, zoodra hij op één hunner, onverschillig welke, gericht is. Was de strookschijf van dezelfde afmetingen, maar met slechts één kop, borst of romp in het midden, zij zou dan beter aan haar doel beant woorden. Ook de redactie van de Inleiding lijkt mij minder gelukkig. In verband met de 4de en 5de alinea bldz. 2, zou men gelooven, dat de strookschijven geen gevechtsdoelen voorstellen. Gelukkig heldert de voordracht van den kap. L. dit op, want Z.W.E.G. verklaart, dat alle richtoefeningen worden gehouden op doelen, die het beeld van de werkelijkheid vertoonen en deze doelen zijn, zie S. V. 16 strookschijven schaal 1: 5. 18. De man wordt geneeskundig onderzocht, wanneer de gezichtssterkte onvoldoende blijkt. Is dit werkelijk het geval, wat dan 19. Waarom wordt den recruut geleerd zijn mikpunt zelf te bepalen op doelen op groote en middelbare afstanden? In verband met de regels voor het individueel vuur is dat over bodig de tijd voor de opleiding der recruten is, vooral thans met het S. Y. S. 1908 zoo beperkt, dat al het onnoodige uit die opleiding geweerd moet worden. 20. Van het geleidelijk doordrukken blijft bij het schieten,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 258