925 -
tengevolge van het streven naar het kort narichten, niet veel
over. Bij de geëischte vuursnelheid wordt veel te veel gerukt
dit gebeurt nu reeds op het schietterre in en zal op het gevechts-
veld in nog sterkere mate geschieden. Het euvel van te hoog
schieten wordt daardoor in de hand gewerkt en niet tegenge
gaan.
24. Na het vallen van het schot eenige oogenblikken in
den aanslag blijven liggen, voeg daar den tijd bij benoodigd
voor het geleidelijk doordrukken, dan komt het mij voor dat
het S. V. S. bij het schieten eene snelheid eischt, zonder dat
met deze twee handelingen voldoende rekening is gehouden
Wat tracht men te bereiken door den man na het schot eenige
oogenblikken in den aanslag te laten verblijven? Men zal
zeggen, de man moed toch weten waar hij afkomt. Dit kan
echter ook geschieden, zonder na het schot in den aanslag te
blijven liggen, indien tenminste 21 3de alinea het mogelijke
van den man eischt. Verder verwijs ik nog naar bldz. 2 2de
regel van het S. V. S.
22. Het bepalen van het mikpunt in verband met de
eigenaardigheden van het geweer is iets wat bij den recruut
zeer zeker niet mag voorkomen. Het cursief gedrukte op bldz.
16 moet zeker opgevolgd worden. Een normaal dragend geweer
heeft geen eigenaardigheden, een geweer dat ze wel heeft noem
ik abnormaal dragend.
25. Het stellen van het vizier onder de moeilijkste om
standigheden op het gevechtsveld.
Moet dit geschieden door bewuste coördinatie dan wel door
eene onbewuste snelle coördinatie. In het laatste geval wordt
het luk-raak gezet en in het eerste geval behoeven wij op het
gevechtsveld niets van het stellen van het vizier verwachten,
daar het vermogen tot bewuste coördinatie grootendeels ver
dwenen zal zijn, altijd volgens een der stellingen waarop het
S. V.S. gebaseerd is. Het juist stellen van het vizier eischt
van den man eene zoodanige kalmte, dat indien hij dit goed
doet er ook alle grond is om te verwachten, dat hij in staat
zal zijn niet te schieten voordat hij in den aanslag ligt en
behoorlijk gericht is.
Bij het vizierstellen worden dus van den man op het gevechts-
