701 (dat is waarlijk de schuld niet van de 4e veldbatterij), in het garnizoen is men evenmin in staat de hippische aangelegenheden op peil te brengen en weldra zal men, tenzij krachtdadig in gegrepen wordt, zien dat de B. A. achterblijft bij de andere wapens en niet meer (zelfs al had ze snelvuurgeschut) zal passen in het kader van het brigadeverband, welks invoering zulk een krachtige stoot gegeven heeft om het tactisch peil van het Indisch Leger te verhoogen. Zal de artillerie achterblijven, dan zal de paardenquestie niet de eenige oorzaak zijn. Er zijn er meerdere, a. d. z. verwapening, gebrek aan kader van goed gehalte, verloop der werving, veel vuldige overplaatsingen enz. Doch dat zijn altemaal zaken waaraan met geld of met een vasten wil een einde gemaakt kan worden. Maar om over 4 of 5 jaar te zeggen, kom ik heb er 't geld voor over, laten wij nu eens 8 B. Cn. van 80—35 jaar bestellen, 10 luitenants van „de veld" tusschen de 25 en 30 en 25 dito's tusschen de 20 en 25, allen geschikt voor hun dienst en in staat de inzinking te doen eindigen, menschen dus tactisch onderlegd, technisch ontwikkeld, goede ruitersin staat rijlessen te geven paarden af te richtenpaarden aan te koopendus „horsemen", die de rijkunst verstaan. Zie die zijn niet te koop. Die moeten gekweekt worden, en doet men dat? Ik ben overtuigd dat het rijkunstig gedeelte bij het wapen het voornaamste struikelblok zal vormen. Ik heb mij toen de door jonge artilleristen door te maken proefperiode in Holland voor den geest gehaald en die vergeleken bij de hier gevolgde. Een jong officier der vesting-artillerie werd vroeger (na de opheffing der rijschool te Bergen op Zoom) tegen October of November bij een Regiment Veld Artillerie gedetacheerd en in gedeeld bij een batterij. De oudste luitenant aldaar werd met zijn opleiding belast. In die eerste periode rukte de batterij nooit uit, alles was in de weer met de recruten. De luitenant leerling woonde dus bijalle phasen van de opleiding van een klas recruten, zit en hulpenles, stukrijdersschool enz., alles ge geven door den oudsten luitenant in diens sectie en door den luitenant-leerling bijgewoond. Hij leerde de weekdienst, beslag, tuigen, I. D., reglementen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 25