950 Dit zou op zich zelf geen bezwaar zijn, als men een pionierkorps had, dat in die richting werkte, met speciaal daarvoor opgeleide pionier off. Dit zou wellicht theoretisch de beste oplossing zijn, maar daarvoor zijn de pionier troepen bij ons leger te zwak zoodat dat korps wel bij het wapen der genie zal moeten blijven. Waar de heer G. betoogt, dat het gewenscht is dat zooveel mogelijk officieren van de infanterie practische ervaring hebben opgedaan bij het E. G. T., ga ik volkomen met hem mede daarvoor is het echter alleen noodig deze off. eenigen tijd bij dat korps te detacheeren, c. q. tijdelijk te plaatsen, zoo als thans geschiedthebben ze voldoende geleerd om als sectie comm. bij expeditiën tegen een I. V. op te treden, dan kunnen ze door anderen worden vervangen. S. vergist zich dus, waar hij meent, dat er van de zij de der genieofïicieren geen stemmen zouden opgaan tegen de door hem opgeworpen denkbeelden. Het is wel moge lijk dat sommigen, die zich niet in de eerste plaats officier voelen, die denkbeelden zullen toejuichen, ook dat sommige genieoff. laag neerzien op het werk der genietroepen, doch zulk een stemming vindt zijn oorzaak slechts in onbekendheid met de taak van den pionierofficier, die zeer veel omvattend is, vooral in den oorlog met een B. V. Ook kan niet ontkend worden, dat het gebruik der genietroepen in den laatsten tijd, veelal voor werkzaamheden, die met hün oorlogstaak weinig of niets te maken hebben zoodat er voor grondige oefening slechts weinig troepen overblijven niet aanmoedigend werkt. Overgang echter van de pioniertroepen naar de infanterie zonder deskundige controle van hoogerhand zou op technisch gebied spoedig tot een diep verval leiden. Ten slotte een woord van protest tegen een noot van de redactie in het besproken artikel, waarin wordt uitgedrukt dat de Ct. van het K. G. T. wel zou kunnen worden gemist. Deze meening kan zich alleen baseeren op het denkbeeld dat die be trekking slechts een zuiver administratieve is, een meening, die wellicht in breederen kring wordt gedeeld. Niets is minder waar!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 284