951
Ik geloof, dat voor geen enkele der korpscommandanten van
de andere wapens in zoo hooge mate een combinatie van tech
nische en militaire kennis wordt vereischt als juist voor den Ct.
K. G. T. wil hij tenminste in staat zijn om zijne onderhebbende
officieren in vredestijd in de juiste richting te leiden en om in
oorlogstijd met succes de betrekking te vervullen van chef der
IVe sectie van het hoofdkwartier van het veldleger, een be
trekking die speciaal voor ons leger van buitengewoon gewicht
moet worden geacht.
Merens.
I M. T. J 909.
61