706 Terecht werden bij het vertrek van kapitein Franke met zijn compagnie van Omaruru de reservisten onder de wapenen ge. roepen. Evenwel werd de ernst van den toestand nog niet voldoende ingezien, daar nog vele vrijstellingen verleend werden en de reservisten hunne gewone bezigheden bij enkele militaire diensten konden blijven waarnemen. Hierop echter strenge critiek te oefenen, ware critique après coup, daar toch geen enkele besliste aanwijzing voor het uitbreken van een opstand aanwezig was. Het ware bij de ontblooting van het Koloniaal gebied van troepen wel gewenscht geweest, de achterblijvende detachementen geheel met reserve-manschappen aan te vullen, doch dit zou een vrij belangrijk economisch nadeel voor de Ko lonie hebben opgeleverd en directe noodzakelijkheid was er niet, daar alles toen nog kalm en vreedzaam was. Rechtstreeksche aanleiding tot het vragen van versterking uit het Moederland kon de Bondelzwart-opstand al evenmin zijn. In normale tijden kon, met 't oog op mogelijke verwikkelingen op eene vermeerdering van troepen worden aangedrongen, doch zoolang de Duitsche Regeering, welke die mogelijkheid van ver wikkelingen ook zelf kon overwegen, den gouverneur slechts de beschikking liet over de 800 man, moest hij hiermee ook aan partieele opstanden als van de Bondelzwarts het hoofd trachten te bieden. Terwijl dus twee compagnieën en een batterij tegen een vij and in 't Z. optraden en een derde compagnie op weg daarheen was, brak in de eerste dagen van Januari 1904 de groote op stand der Herero's uit. Voorafgegaan door enkele mededeelingen die van weinig gewicht geacht werden, betreffende vee dief stallen, kwam den lOen Januari te Windhoek bericht uit Wa terberg, dat de Herero-hoofden daar in den omtrek alle paarden, tuigen enz. opkochten, zonder op den prijs te letten. Dit be richt, dat werkelijk van het grootste belang geacht moest wor den, had voor den waarnemend-gouverneur voldoende reden moeten zijn, om bevelen voor het inlijven tot werkelijken dienst van alle reservisten te geven. Hiermee werd gewacht tot den volgenden dag, toen eenige honderden gewapende Herero's be gonnen Okahandja in te sluiten. Voor 't grootste deel van het gebied kwamen die bevelen toen al te laat. De alleenwonende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 30