977
haven. De moeilijkheden aan die operaties verbonden en de geringe
uitwerking ervan kunnen in 't kort worden aangegeven
In de eerste plaats kunnen oorlogsschepen niet veel menschen beschikbaar
stellen voor landingen zonder hun gevechtswaarde in den strijd met vij
andelijke schepen te verzwakken, een eventualiteit, waarmede iedere
eskadercommandant te rekenen heeft. Iedere man heeft aan boord zijn
functie en zijn afwezigheid aan den wal is een reden tot ongerustheid
voor den Commandant, in 't bijzonder daar de landingsdivisie gevaar
loopt verliezen te lijden en misschien zelfs afgesneden kan worden van
de schepen door den vijand of door slecht weer. Gre^n bevelhebber
zal veel menschen durven te landen of hen vergunnen diep het land
in te gaan, tenzij de vijand geen schepen heeft om hem aan te
vallen. Dit was b. v. het geval in den Krimm en in Zuid Afrika en
ook bij expedities tegen inboorlingen zooals bij de Asjantis. Maar bij
een expeditie tegen Australië zeker niet, in welk geval de aanvaller ook
in oorlog is met Engeland en de kans heeft elk oogenblik aangevallen
te worden door een Britsch eskader. Het getal menschen per schip,
dat Australië bereiken zou, zou dan zeker niet nn er dau 10n bedragen.
Behalve dat is het voor de menschen in de booten bijna onmogelijk het
strand te bereiken, wanneer ze onder vuur genomen worden. Enkele sol
daten met geweren en een machinegeweer, vurende uit een gedekte op
stelling zouden een landing reeds zeer gewaagd kunnen maken, tenzij de
schepen zeer dichtbij de kust kunnen komen.
Wanneer we nagaan, wat de landingsdivisie uitvoeren kan, wanneer
de landing gelukt is, vinden we dat de inzet het spel niet waard is Een
paar honderd man voor korten tijd geland, kunnen misschien eenige
kustbatterijen van achteren nemen, maar zouden niet veel meer kunnen
doen dan eenige haastige vernielingen aan de dokken, schepen, voorraden
of kolen en levensmiddelen verzamelen. Hun optreden zou door elke
kleine macht belangrijk belemmerd kunnen worden. Ze zullen daarom
niet ver van de kust durven gaan, uit vrees afgesneden te worden en
zullen evenmin steden durven binnengaan. Blijkbaar heeft men het ge
vaar van landingsdivisies voor kusten en kustplaatsen sterk overschat.
Wat betreft het gebruik van de scheepskanonnen tngen kus'batterijen,
zulk een operatie beschouwen zeelieden als weinig wenschelijk, hoezeer
ook de landmacht over de waarschijnlijkheid ervan moge praten Sche
pen worden gebouwd om andere schepen te bevechten, en niet kustbat-
rijen, die moeilijk te treffen zijn en weinig kwetsbaar door veilige on-
dergrondsche magazijnen en bomvrije ruimten voor de bezetting. Een
schip daarentegen biedt een groote, kwetsbare schijf, waarvan de afstand
nauwkeurig door het kustkanon gevonden kan worden. De geschiedenis
is vol van voorbeelden van de onbeteekenende schade, die schepen aan de
kustbatterijen toegebracht hebben, zelfs in de dagen van de moderne
vuurmonden. Vermeld zij slechts de geringe uitwerking in 188.4 op de
verdedigingswerken van Alexandrië en die van de Amerikaansche vloot
op de zwakke Cubaansche batterijen in 1898. Zonder eenige" twijfel kun
nen enkele weinige kanonnen van middelbaar kaliber behoorlijk opgesteld
en bediend door goed geoefende en dappere kanonniers elk kruiser eska
der beletten een haven, die zij bebeerschen, binnen to komen.
Wat het bombardement betreft, dit kan men gerust als een bangmakerij
beschouwen. De moeilijkheden bij de bepaling van den afstand en de