986 - „noemt, de „geboren aanvoerders", en nu is de veronderstelling niet al „te gewaagd, dat dezen niet uitsluitend onder de verlofsofficieren worden „aangetroffen en mogen wij wel aannemen, dat er enkelen voor bet in- „stituut der verlofsoficieren verloren gaan, doordat zij reeds de keuze van „beroepsofficier hebben gevolgd, iets zeer begrijpelijks trouwens, gelet op „de bij deze jonge mannen sterk sprekende karakter eigenschappen. „En zou nu zoo'n geboren aanvoerder, in den tijd van één jaar tot „militie-luitenant opgeleid, in practische geschiktheid de gelijke zijn van „den met dezelfde uitstekende eigenschappen toegerusten jongen man, die „na eene zorgvuldige opleiding tot beroepsofficier, gelegenheid bad gedu rende eenigc jaren in en bij den troep eene rijke ervaring op te doen, „door verschillende detacheeringen zijn kennis te vermeerderen en zijn „gezichtskring te verruimen en alzoo geacht kan worden tot de beste „beroepsofficieren te behooren „Overmatige waardeering van het instituut der verlofsofficieren heeft „hier den schrijver parten gespeeld, waardoor hij, zij het dan ook onbewust, „den beroepsofficieren feitelijk een. brevet van onvermogen uitreikt. „Hier wordt overdreven, en wij wenschen te waarschuwen tegeu de „nadeelige gevolgen van zulk eene overdrijving. „Door zoodanige uitingen wordt den verlofsofficieren, met terzijde stelling van het beroepskader, eene plaats in het leger toegekend „die hun niet toekomt. Op deze wijze wordt den verlofsofficieren een „overdreven gevoel van eigenwaarde aangepraat, waardoor minder be scheiden naturen onder hen, in zelfoverschatting zich gaan beschouwen „als de eigenlijke kern van het leger en zelfs met eenige kleinachting „op het beroepskader officieren incluis gaan neerzien. Een gevaar, „dat inderdaad niet denkbeeldig is „Het op ééne lijn stellen van den luitenant van éen jaar met den besten „beroepsofficier, kan er waarlijk weinig toe bijdragen 'de positie van de „beroepsofficieren te versterken. En is het wonder, dat, waar dergelijke „uitingen uit den boezem van het korps beroepsofficieren gehoord worden, „bij buitenstaanders de meening ingang vindt, dat in ons toekomstig leger „de beroepsofficieren zeer wel kunnen worden gemist De tot het bedenkelijke verkorte diensttijd en het overschatten der waarde van overigens, als reserve, bruikbare verlofsofficieren brengen het Hedpilandsche leger en de daaraan toevertrouwde belaDgen op een ge vaarlijk pad. Als eigenaardigheid vermelden we nog, dat opname van Feber's weerlegging van het artikel in Onze Eeuivdoor de redactie van dat tijdschrift geweigerd werd, als te veel over militaire details handelende. Ks.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 320