1007
De compagnie van Gliëng hield mede den tusschen die kampong
en Kling gelegen Tjot Lam Panas bezet.
Het 14e bataljon beschermde, met éene sectie Berg, de com
municatie met Lam Baroe.
Lam Tengah, Lambarih, Boehloet en Blang Tjoet werden elk
door éene compagnie bezet. De artillerie met ambulance hadden
eene opstelling bij Boehloet gevonden.
Het peloton, dat later als de vorenvermelde dekking artillerie
optrad, was van de compagnie van Blang Tjoet.
Zoolang de le colonne zich nog in het voorterrein ophield,
had de 2e nagenoeg geen aanraking met den vijand. Een patrouille
van Kling legde alleen in Lam Lheue éen man neer.
Tegen 1 uur naderden echter een zestal Atjehers den zuid
rand van Gliëng vier moesten dat met den dood bekoopen.
Nauwelijks waren de laatste deelen der le colonne de artil
leriestelling ten Z. van Blang Tjoet voorbij, of de vijand kwam
uit Rahat, Sibreh en het hooge terrein ten O, van Anaf Galoeng
opzetten.
Een achttal granaten wezen die aan de westzijde van den
dijk echter terug, die ten oosten weken voor het vuur van
eene sectie infanterie en lieten zich niet meer zien. 12 u 50' n. m.
gingen de troepen uit de stelling Kling Anas Baté successievelijk
terug en werden 2 u. 15, toen zij het 14e gepasseerd waren, door
dit korps gevolgd.
De artillerie van Boehloet was al om 2 u. huiswaarts ge
gaan en de laatste troepen kwamen 3 u. 10' n. m. Lambaroe binnen.
De 3e colonne was 7 u 20' v. m. te Lamsoet aangekomen.
Eene compagnie werd in N., O. en Z. rand van den klapper
tuin bij Lam Oe geplaatst, éene sectie in Tjot Gloempang, een
peloton in de benteng Tjot Goet en eene sectie in den N. O.
rand van het Suikerrietveld noord van Loeboeh.
IJ compagnie, de sectie artillerie en de ambulance, kwamen
als reserve in stelling in den reeds genoemden klappertuin, terwijl
ten slotte een peloton patrouilleerde door de kampongs Belang,
Lam Sinjing, Lam Koelat, Lam Kiwan en Tjot Goet. Deze
patrouille werd vergezeld door den Imam van Lam Djampoe,
die zich gemeld had.