1011
worden aangebracht, dien ik te beginnen met veel van het
oude af te breken.
lo. Een floret moet zijn een licht wapen, waarvan het zwaar
tepunt in den bril ligt, zoodat het met de vingers bestuurd
kan worden (de zoogenaamde doigté, waarop ik latei terug
kom). De thans in gebruik zijnde, hier in Indië aangemaakte
floretten, voldoen niet aan dien eisch. Het zwaartepunt ligt
1 d. M. te ver naar voren, waardoor ze zoo onhandelbaar zijn,
dat ze iemand, die aan beter materiaal gewend is en die, uit
Nederland aankomende, niet zijn eigen wapens heeft meege
bracht, voor goed den lust tot schermen en les geven benemen.
Ze behooren vervangen te worden door floretten met licht vierkant
lem en zwaren messingen knop.
De floretmaskers zouden zeer goéd zijn, als het mogelijk was,
ze steeds te ontdoen van de dikke laag stof, waarmede ze in
de indische gymnastiek-, en schermzalen bedekt zijn.
De zware sabels laten de beoefening van de nieuwe scherm-
wijze niet toe en dwingen den pas in Indië aangekomen schermers
terug te keeren tot een oude methode, die hun door haar lompheid
niet bekoort en in Nederland reeds lang heeft afgedaan. Ze zouden
moeten worden vervangen door lichte sportsabels, bij het gevest
10 m. M. breed en voorzien van een dop aan de punt, zoodat
er ook mee kan gestoken worden. Ook bij een sabel behoort
het zwaartepunt dicht bij het gevest te liggen.
De sabelmaskers zijn te zwaar en zouden bij invoering van
10 m.M. sportsabels geen voldoende dekking bieden tegen
steken. Ze behooren vervangen te worden door maskers van
gevlochten gaas (instede van het geweven gaas van de thans in
gebruik zijnde; de draden bij deze wijken op den duur uiteen, ei
ontstaaD daD gaten, die de punt van den sabel doorlaten).
Schermzalen zijn hier niet. Het schermen wordt gewoonlijk in de
gymnastiekzaal onderwezen. Een gymnastiekonderwijzer wordt
in den regel gecenseerd ook schermonderwijs te kunnen geven.
Toch hebben gymnastiek en schermen niets met elkaar gemeen.
Zelfs is gewoonlijk een goed gymnast volstrekt geen schermer.
Hij knijpt de floret te vast en mist de lenigheid van den schermer.
De heer Hubert van Blijenburgh zegt hierover in zijn boek
„Een poging tot bevordering van de schermkunst in Nederland