1013 2o. Het Indische Voorschrift voor de Schermoefeningen bij de Infanterie is reeds van vrij ouden datum. Toch zou het ten onrechte zijn, indien men aan dien datum onze achterlijkheid op schermgebied toeschreef. Het Belgische voorschrift bijvoor beeld, dat nog steeds voldoet, is van 1895. Ook zou men aan de hand van ons voorschrift, mits onder leiding van een goed onderwijzer, het vrij ver kunnen brengen. Voor wat betreft de floret kan het eene vergelijking met het Hollandsche voor- schrft best doorstaan. Eene uitvoerige bespreking van beide reglementen zou hier te ver voeren. Ik wijs slechts op de le les 2e Afd., waar we vinden: „De kling moet bij het toebrengen van den steek zooveel mogelijk voeling houden met het wapen der tegenpartij en de hand mitsdien zooveel naar rechts of links worden gebracht, dat de aanval gedekt geschiedt." In het Hollandsche voorschrift werd van dien gedekten aanval afge zien en hierdoor het leelijke zoogenaamde om een hoek steken in de hand gewerkt. Dit maakt voor den verdediger voorsteken noodzakelijk of dwingt hem tot eene zeer wijde wering. Het is dus een fout. Verder vestig ik de aandacht op het intrek ken van den arm alvorens het been te buigen bij het terug- keeren in de stelling na den uitval in het Nederlandsche voor schrift, iets dat zeker niet te verkiezen is boven wat het Indische voorschrift wil, n 1. eerst het been buigen, daarna den arm intrekken. De juiste weg ligt hier in het midden en wordt in het Belgische voorschrift voorgestaan n.l. gelijktijdig arm en been buigen. In beide voorschriften, het Nederlandsche en het Indische mist men echter het karakteristieke van de Fransche scherm- wijze, de doigté, d. i. het vermogen de punt van de floret te geleiden door de werking van de vingers op de greepen ik vermoed dat die met voordacht werd weggelaten, omdat men er aan wanhoopte, die ooit door een Hollander te zien uitvoe ren. Door eene omschrijving van de doigté op te nemen zou den de jonge schermers, die in Europa eene goede opleiding gehad hebben, wel genoodzaakt zijn, bij het onderwijs geven in Indië, die met hun leerlingen te beoefenen. Ook dan, wanneer ze de doigté zelf in het geheel niet machtig zijn, zouden zeer hun leerlingen op wijzen hoe een floret behoort gehanteerd te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 349