1023 verder zijn de toestellen lichter en kleiner van afmeting. Door deze verbeterin gen was ook de cavalerie in staat eigen tele- phoonpatrouilles in te voeren, welke tegenwoordig voor dat wapen als een dringend vereischte worden erkend. Als telephoongeleiding heeft men in Duitschland blank „ca- valeriedraad" ingevoerd, doch de ervaringen daarmede zijn van dien aard, dat men kort geleden is. overgegaan tot invoering van geïsoleerde geleidingen. In onze vochtige Indische terreinen is het gebruik ervan beslist uitgesloten. Met de brommertelephonen is men in staat „dubbelbedrijf te gebruiken, d. w. z. men kan telephoneeren over een draad waarop getelegrafeerd wordt, waardoor de capaciteit van dien draad als het ware verdubbeld wordt. Een nadeel, dat de telephoon aankleeft, is, dat zij geen blij vende berichten levert, doch alleen accoustisch werkt. Daarom past men daar waar het mogelijk is, liever de telegraaf toe. 4. De optische telegraaf. De optische telegraphie is het oudste, doch ook vaak meest miskende middel van verkeer. Reeds Alexander de Groote be diende zich er van op zijne veldtochten, tot het onderhouden van de gemeenschap met het moederland. Napoleon, die overal snelheid op den voorgrond plaatste, greep dat verkeersmiddel gretig aan en de telegraaf van Chappe heeft hem veel diensten bewezen. Een geleidende verbinding heeft de optische telegraaf evenmin noodig als de draadlooze. Ze eischt echter gezichtsver band tus- schen de seinenwisselende stations en is dus in hooge mate afhan kelijk van de weersgesteldheid; verder is ze eveneens afhan kelijk van het gezichtsvermogen. Dit strekt zich onder de gunstigste omstandigheden met het gewapend oog uit tot 90 K. M. In doorsnede neemt men aan 25 K. M. Men kan onderscheid maken tusschen dag- en nachtseinmid- delen. Dagseinmiddelen bestaan tegenwoordig uit: vlaggen heliographen en seinlampendeze laatsten zijn tevens de nacht- seinmiddelen. Alle overige systemen als seinpalen, schijven enz. kunnen veilig worden opgeborgen als zijnde in den beioegings- oorlog niet meer op hun plaats.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 359