1030 •deeling van de spoorweg- en telegraafoompagnie; in tabel X foldz. 77 is een gedetailleerde organisatie opgegeven van de telegraafafdeeling. Combinatie van spoor weg- en telegraafafdeelingen is te velde be paald onmogelijk, de zoo zeer uiteenloopende werkzaamheden dezer afdeelingen eischen voor elk een afzonderlijken comman dant, welke direct ondergeschikt zijn aan den bevelhebber van het leger (zie sub Y). De telegraafafdeeling bestaat uit een veldtelegraafbrigade, 2 voorpostentelegraalbrigades, 1 reserveveldtelefgraafbrigade en 2 telefoonbrigades, het geheel onder bevel van een luitenant; de totale sterkte is 1 off., 24 militaire telegrafisten, 87 man burger personeel1 off. paard, 24 bedienden enz. en 22 karren met twee paarden. De materieele uitrusting is als volgt vastgesteld. Velcltelegraa/brigade: 3 stationskarren en 3 kabelkarren op de stations karren worden vervoerd3 Morsetoestellen, 3 kloppers (sounders) en 3 telephoontoestellenop de kabelkarren20 K. M. veldtelegraafkabel en 20 K. M. lichte veidkabel (telephoonkabel). De reserveveldtelegraafbrigade is van dezelfde samenstelling, beiden tellen aan personeel 6 telegrafisten, 9 lijnleggers en 18 koelies. VoorpostentelegraafbrigadeEen voorpostenkar, medevoerende 2 kloppers, 4 telephoontoestellen, 5 K.M. veidkabel, 10 K.M. lichte kabel en 5 K.M. blank draaddaarbij ingedeeld 4 telegrafisten, 8 lijnleggers en 4 koelies. Telephoonbrigade. Een telephoonkar, medevoerende: 4 tele phoontoestellen, 5 K.M. lichte kabel, 20 K.M. blank draad. Wat het personeel betreft, dit is vastgesteld in 1905, de samenstelling van het materieel in 1908, zoodat het personeel niet is ingedeeld naar maatstaf van het materieel (zie sub II, ad 1). Elke brigade moet een commandant hebben, een sergeant of sergeant-majoor, en dit behoort te worden vermeld, doch een zeer ernstig punt maakt de indeeling van het burgerpersoneel uit. Hoe kan een commandant van de telegraafafdeeling zijn be langrijke taak uitvoeren met eene afdeeling, die voor het grootste gedeelte gevormd wordt uit „burgers". Voorwaar geen schit terende gedachte (24 militairen, 87 burgers.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 366