1037 „en van de van het Nederlandsche bij het Indische leger ge detacheerde officieren"? 3. Had in 1 niet moeten worden opgenomen, dat van kolonels geen beoordeelingslijsten worden opgemaakt? Zij toch vallen onder de categorie „hoofdofficieren" en zouden hier een plaats hebben kunnen vinden evenals dit in 1 (2) met de 2de lui tenants is geschied. 4. In 2 (1) had de practijk de bepaling kunnen doen opnemen, dat ook andere personen (bureaupersoneel) dan bevoegde auto riteiten inzage kunnen krijgen van de beoordeelingslijsten mits persoonlijk door die autoriteiten met de behandeling be last. Thans is dit punt te imperatief gesteld en is menige autori teit genoodzaakt van eene beslist en afzonderlijk omschreven bepaling af te wijken. Eene beoordeelingslijst vereischt toch eene andere behandeling dan een gewoon geheim stuk, daarom was eene afzonderlijke beschrijving van de behandeling noodig. 5. In 4 is de beperking „niet meer" eenigszins gewrongen er bij gehaald, daar het model A slechts vijf beoordeelingen aan geeft. Het weglaten van deze woorden kan den lezer geen aan leiding tot verwarring geven. 6. 5 (1). „de autoriteit" kan worden gelezen: „der autoriteit". 7. 5 (4). „en" kan worden gelezen„dan wel". 8. 6 (2). De woorden „vooraf alsnog" in den vóórlaatsten regel zouden kunnen vervallen. 9. in 8 (2) wordt gesproken van „meer" liggers terwijl het woord „liggers" in die paragraaf nog niet werd gebezigd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 373