1048 de bewoners zich zeer verheugd toonden over de komst van de soldaten. Slechts één dag te voren toch was weder een der hunnen gesneld geworden en een vrouw en kind geroofd oogen- blikkelijk toonde men zich bereid de compagnie als gids te dienenslechts één dagmarsch verder naar het Oosten, aan een klein zijriviertje van de Mahakam, in een groot huis, omgeven door een hooge palissadeering, zouden de daders verblijf houden, goed voorzien van geweren en munitie, ja zelfs van eenige lila's; de geroofde vrouw en haar kind en het hoofd van den gesnelde moesten zich daar nog bevinden na eenige uren marcheeren zou men bij een zeer klein riviertje (de Kaman) komen, dat men weder eenige uren stroomafwaarts had te volgen om een ladang (Toen- ganei) te bereiken, welke bebouwd werd door lieden van de bewuste kampong (Tangiran). De mogelijkheid aannemende, dat men ongemerkt overdag de ladang Toenganei kon bereiken, zou men daar stellig eenige djoegoengs vinden, waarmee het rivier tje verder afgezakt kon worden. Flink doorroeiende zou het voorts mogelijk zijn, dienzelfden nacht de kampong Tangiran, bestaande uit een groot doorloopend huis, gevormd door ver schillende aan elkaar gebouwde verblijven, te bereiken. Om ten slotte meer soldaten gelijktijdig te kunnen overbrengen, zouden bovendien nog alle beschikbare djoegoengs van ladang Dala- mei naar het riviertje, de Kaman, gedragen worden. De colonnecommandant besloot nu met een groep 16 karabijnen) dadelijk naar de ladang Toenganei te marchee ren, bezit te nemen van de daar aanwezige djoegoengs en nog denzelfden nacht Tangiran te overvallen; de andere twee groepen kregen bevel met de mede te voeren djoegoengs zoo snel mogelijk te volgen, voor het aanbreken van den dag zou den zij te Tangiran moeten zijn; snel en doortastend optreden al leen gaf eenige kans de uiterst voorzichtige Dajaks te verrassen. Na een geforceerden marsch werd om half tien 's morgens de Kaman bereikt; had men in 't bosch zich kappende een weg moeten banen, bij het volgen van dit riviertje verdubbelden zich de moeilijkheden, zware omgevallen boomen, in hun val een massa kleinere boomen en slingerplanten meesleurende, vormden een warnet, dat slechts met de grootste inspanning kon doorworsteld wordenaardstortingen, reusachtige steen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 384