1056
moet de aanvaller gebruik maken. Hij moet ieder voordeel
benutten om in een juiste formatie terrein te winnen. De be
weging moet onafgebroken plaats hebben, zij het dan ook dat
de manschappen der tirailleurlinie slechts in kleine groepjes
springende of kruipende voorwaarts gaan. Voor den aanvaller
is het voorwaarts gaan een eisch die zonder voorwaarden opgevolgd
moet worden.
Men weet in den hevigen strijd slechts of men zelf onder
het vijandelijk vuur lijdt of niet, zonder te kunnen beoordeelen
of de omstandigheden bij den vijand niet precies dezelfde zijn.
Objectief kan het vuuroverwicht aan de zijde van den verdediger
zijn, terwijl een dappere aanvaller toch subjectief zich zelf het
vuuroverwicht toekent, in de meening verkeerende dat het den
verdediger waarschijnlijk nog slechter gaat dan hem zelf. Om
gekeerd zullen zwakke naturen het gevaar licht overschatten en reeds
hij geringe verliezen de mogelijkheid gaan veronderstellen dat het
voorwaarts gaan niet meer mogelijk is. Het zou daarom logischer
zijn dat men bij vredesoefenmgen door verliesvlaggen niet
over de verliezen der tegenpartij, maar slechts over de verliezen
der eigen partij ingelicht werd. Bij de oefeningen moeten de
scheidsrechters desbetreffende mededeelingen aan de afdeelingen
doen, zonder dat de vijand hieromtrent door vlaggen inge
licht wordt.
Het gaat hierbij dus natuurlijk bij gelijkwaardige bewape
ning hoofdzakelijk om subjectieve indrukken die door moed of
vrees, dus door moreele faktoren, meer beïnvloed worden dan dooi
de kennisname van objectieve feiten. Dit is een geluk voor den
aanvaller, want van een objectief standpunt beschouwd zal,
zooals de verliescijfers bewijzen, onder overigens gelijke verhou
dingen, het vuuroverwicht in het algemeen aan de zijde van
den verdediger blijven. Deze ondervinding wordt in iederen
nieuwen oorlog bevestigd, wanneer men slechts de verliezen niet
meerekent die op rekening gesteld moeten worden van het hand
gemeen, den terugtocht en de vervolging. Ook in Mantsjoerije
had de aanvaller steeds meer verliezen dan de verdediger. Dezen
kon het vuuroverwicht niet ontrukt worden, zoodat dit ook mei
de voorwaarde is geweest van het gelukken der Japansche
„voorwaartsbewegingen" bij den aanval.