- 1057
Na moeten wij echter nog een stap verder doen en vaststellen,
dat juist het intreden van groote verliezen een tot den aanval
geleiden troep moet noodzaken naar voren uit de gevaarlijke
vuurzöne te komen, een geval, dat zich steeds voordoet wanneer
Infanterie door vijandelijke artillerie beschoten wordt. Hier is het
voorwaarts gaan noodig omdat het vuuroverioicht niet te krijgen is.
In dichte tirailleurliniën kan men natuurlijk voorwaarts gaan na
dat vuuroverwicht verkregen is. Daar echter, zooals de ondervin
ding leert, aan deze voorwaarde in den regel niet voldaan wordt,
moet de aanvaller zich tot dunne buigzame liniën bepalen en de
handigheid hebben in de nabijheid van den verdediger te komen
zonder hem loonende doelen te bieden. Hierin ligt de quintessence
van alle opleiding tot clen aanval.
Ik herhaal: „Het middel voor den aanval is een juiste beweging
gesteund door vuurmet gebruikmaking van liet terreinrookbelich
ting enz."
Bij een aangeleunden frontalen aanval moet men dus steeds
het volgende in het oog houden.
Ie. Het richtsnoer voor de handelingen van den aanvaller is
het gemakkelijkst te volgen, wanneer men de zaken beschouwt
van het standpunt van den verdediger. Men mag niets doen
wat de verdediger zou wenschen, maar alles, wat deze vreest
dat gebeuren zal. He verdediger zoekt het vuur en vreest de beweging
2e. De aanvaller, wien het gelukt zonder vuurstrijd den ver
dediger te naderen, heeft het hoogst mogelijke gepresteerd.
3e. Slechts bij een veel betere bewapening mag de aanvaller
rekenen op vuuroverwicht, dat anders bij gelijke verhoudingen
aan de zijde van den verdediger zou blijven. Naar de onder
vinding leert, lijdt de aanvaller de grootste vorliezen.
4e. Het vuur is voor de passieve verdediging alles, voor den
aanvaller is het slechts een middel om tot het doel, n.l. de bewe
ging, te geraken. Door doelmatige formatie en juiste benutting
van het terrein, de verlichting, zoomede het door bet artillerie
vuur vóór de vijandelijke linie veroorzaakte rookgordijn enz.,
wint de aanvaller terrein en onttrekt zich aan den, door den
verdediger gewenschten, vuurstrijd.
Door de beweging worden het initiatief en de verrassing