1060
van het vuurwapen. Hoofdvereischte is een vrij, een diep schoots
veld (punt 380), bewegingsvrijheid in en achter de stellingen
een verzekerde aanleuning op ten minste één der beide vleugels.
Men komt meer en meer terug van de ongenaakbare posities uit
vroeger tijd, die het eigen offensiel aan banden legden en de verde
diging zuiver passief maakten. Tegenwoordig geeft men de voor
keur aan terreindeelen of terreinvoorwerpen, waarvóór zich een
vrij schootsveld bevindt. Met één woord, men kiest een stelling
niet om, zooals vroeger, zoo mogelijk een beslissenden slag te
vermijden, maar men zoekt een gevechtsveld waar de terrein
gesteldheid onze wapen werking zooveel mogelijk begunstigt,
(punt 386).
Met het oog op het gebruik der vuurwapenen moeten eerst
de batterijstellingen uitgezocht, de geschutdekkingen opgeworpen
worden, waarbij men deze bij voorkeur zoo zal inrichten dat in
verschillende richtingen gevuurd kan worden. Er moet voor
gewaakt worden dat de aanvaller de verdedigende artillerie niet
onder werkzaam geweervuur zal kunnen nemen, daarom moet
de Infanteriestelling op ongeveer 600 M. vóór de Art. stelling
gelegen zijn, voorop gesteld, dat van modern geschut gebruik
gemaakt wordt, daar b. v. voor ons tegenwoordig veld- en berg-
geschut het drachtverlies anders te groot zou worden. Verder
komen hierbij alle technische werkzaamheden, zooals het in
verdedigenden staat brengen van terreinvoorwerpen (punt 382),
het inrichten der Inf. stellingen, het aanbrengen van hinder
nissen, in het bijzonder draadversperringen, het aanbrengen van
colonnewegen, het maken van dekkingen in de stelling, evenzoo
daarachter voor de reserves, het inrichten van observatieposten,
het aanleggen van telefonische dan wel telegrafische verbin
dingen, voorbereiding tot verlichting van het voorterrein enz.
Door het houden van oefeningen in het in stelling komen, leert
ieder zijn plaats kennen, die hij in het gevecht zal moeten in
nemen; deze oefeningen zijn te meer noodig daar de kans bestaat,
dat de stelling des nachts zal moeten worden ingenomen. Heeft
de vijand de voorposten terug geworpen, dan moet dicht achten
zoo noodig gevechtsbereid in de stelling, worden gerust.
Afgezien van de, in de hand van den bevelhebber blijvende
hoofdreserve, geschiedt het inbrengen van versterkingen gedu-