1070 b. v. zeker van zijn sabel en wil de revolver voor het allerergste bewaren). Heeft men de revolver rechts, dan zal men vroeg of' laat de klewang ook in de rechterhand moeten nemen wanneer men daartoe tijd heeft, zie boven terwijl wanneer men het blanke wapen rechts neemt, men er dau toch toekomt om het vuurwapen links te hanteeren. Wanneer het er van komt, ja, dan zal men nu ook links vuren, echter men heeft volgens voorschrift bijna alleen rechtsche oefeningen geschoten en de revolver komt niet geheel tot zijn recht. Yan de 7 oefeningen in het voorschrift moeten de laatste 2 links gedaan worden. Dit is hinken op twee gedachtenhet aantal oefeningen is beslist onvoldoende om den man zijn wapen links goed te doen benutten. In allen gevalle legt het voorschrift het zwaartepunt in de rechtsche oefeningen. Op grond van deze overwegingen acht ik het in beginzel verkeerd om den man rechts te leeren vuren; in de praktijk is het voordeeliger orn dit links te doen en moeten alle oefeningen dus links gehouden worden. Ook acht ik de tegenwoordige schijf niet overeenkomstig de praktijk. Op de afstanden van vlakbij krijgen wij als doelen tegenover ons eenmansschijven en profielschijven. De waarde toe te kennen aan een treffer zou men kunnen becordeelen naar de plaats waar de schijf getroffen wordt, b. v. een treffer in het hoofd wordt 8 en alle andere treffers minder, omdat een schot in het hoofd iemand op de plaats velt, terwijl b. v. een treffer in het hart voor sommige taaie individuen geen beletsel is om nog eenige passen door te loopen en dan nog onheil te stichten, omdat de „stuitkracht"- dit is een goed Nederlandsch woord voor de zeer geleerd klinkende en zoo gaarne gebruikt wordende uitdrukking „Stop- pingpower"- van onze revolver volgens velen niet voldeende is. Zoo ergens, dan is ook hier het schieten binnen een bepaalden tijdsduur op zijn plaats en dient voor alle oefeningen hiermede rekening gehouden te worden. Wanneer iemand binnen 20 seconden 6 treffers in een eenmansschijf'he-ft op 10 pas afstand in den kop, dan vind ik dat veel verdienstelijker dan dat iemand op 25 pas 6 rozen schiet met lang richten. Het spannen van den haan door den trekker achteruit te brengen zou ik niet in een verplichte oefening willen opnemen. De trefzekerheid ver mindert enorm, door de krachtsinspanning benoodigd voor het overwinnen van den tegenstand van de slagveer, waardoor het wapen niet rustig in de hand ligt. Ik zou dit willen overlaten aan den man zelf. Heefr. hij kracht genoeg om dit te doen velen (Javanen) hebben niet eens voldoende kracht in de vingers en zijn na twee of drie schoten en hopeloos trekken niet meer in staat om hun revolver op de voorgeschreven manier leeg te schieten en is hij op deze wijze even zeker van zijn schot, dan zal hij het niet laten; overigens weegt het voordeel, dat men aan trefzeker heid wint door den haan b. v. met den rechterduim te spannen zeer zeker ruimschoots op tegen het nadeel, dat men heeft door tijdverlies. Een aardig middel om de trefzekerheid op te voeren is het volgende. Ieder mensch heeft van nature de eigenschap om met zijn wijsvinyer onmiddellijk een of ander voorwerp te kunnen aanwijzen. Of dit voor inlanders in het algemeen ook opgaat weet ik niet zeker, want hun „wijsvinger" is de duim, immers daarmee wpzen zij de dingen aan, wat iedereen, die pas uit Europa komt, dadelijk als dwaas opvalt Wil men iets plotseling aanwijzen, onmiddellijk is de wijsvinger, zoowel de rechter als de linker, daarop gericht en zonder mankeeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 406