- 716 van dien strijd dat Leger al spoedig zal merken, dat het in gevechtswaarde is achteruitgegaan. Het zal aan geen twijfel onderhevig zijn, dat officieren en soldaten geoefend in den oorlog tegen zoo'n hardnekkig fana- tieken vijand, straks geroepen Nederland als Koloniale Mogend heid staande te houden, (zij) met meer vertrouwen, met meer kracht, met meer moed en met meer doodsverachting zullen oprukken tegen ee.'.en Europeeschen indringer dan zij, die niets anders dan het garnizoensleven hebben mogen aanschouwen. Hog altijd is de mensch mensch. Nog altijd ten spijt van de beweringen van betweters van den modernen tijd, wordt kracht en moed beschouwd als een der schoonste deugden, die den mensch sieren. Nog altijd moet het, op zijn minst gezegd, ten sterkste worden afgekeurd, wanneer men eenen officier- vader van zijnen zoon hoort zeggen: „Liever laat ik hem de beenen breken, dan dat ik hem officier laat worden" (historisch). Nog altijd moet het bloed der oude Batavieren in ons leven. Immers een krachtig en moedig mensch zich voor te stel len als iemand, die gewend is de kat in donker te knijpen en met listen en lagen om te gaan, is ondenkbaar. Evenmin zal men bijvoorbeeld een stoeren zeeman, gewend bijna da gelijks het gevaar onder de oogen te zien, zich denken als een listigen bedrieger, als iemand met een ongezonden geest. Daarom, jonge officieren, zal en moet er bij u een drang bestaan om de bij u reeds aanwezige kracht en moed te willen ontwikkelen en vermeerderen en kan het niet anders of in uwe nog jonge en krachtige gestellen moet een verlangen aanwezig zijn te willen beproeven of in die gezonde lichamen ook een krachtige, gezonde en moedige geest aanwezig is. En zij, die de natuurlijke gave van moedig zijn meenen te zullen missen, moeten weten, dat met eenen vasten wil men ook moedig kan worden en dat zij zelfs moediggemaakt kunnen worden. Een overste, Jhr. Graafland de overwinnaar van Aneu- Galong maakte zijne officieren en minderen moedig; dat kunnen zij getuigen, die onder dezen buitengewoon dappere heb ben gediend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 40