1074 heeft, de toekomst van zijn land ligt op de zee. Deze factoren ver dienen rijp overdacht te worden en toonen te meer de absolute nood zakelijkheid aan, dat de Engelsche bezittingen medehelpen de Engelsche vloot te steunen, die op alle kusten moet voortgaan de opperheerschappij ter zee te handhaven. Of aDders zouden de Koloniën evenals in de lie en 18e eeuw weer eeDS van eigenaar kunnen verwisselen. Gedurende verscheidene eeuwen is het Britsehe Rijk de krachtigste zeemogendheid geweest. Inderdaad hebben we van een Koninkrijkje een Keizerrijk gemaakt. Tegenwoordig wordt onze oppermacht ter zee door twee mogendheden betwist, Duitschland en de Yereenigde Staten. Frankrijk, jaren geleden een groote zeemogendheid en onze vroegere mededinger, wordt niet langer door ons tot dezelfde categorie gerekend. Bismarck, de stichter van zijn Rijk, deelde Blücher het volgende mede „Tot 1866 volgden we een Pruisisch-Duitsche politiek, van 1866-70 een Duitsch-Europeesche politiek en daarna een wereld politiek. Duitschland bracht in Bismarck, Von Moltke, Freitschke en anderen een serie van groote mannen voort, vol eerzucht voor hun vaderland, en hunne middelen om hun doel te bereiken waren dikwijls Jezuitisch tot in het uiterste. In deze periode begon de groote, ofschoon geweten- looze, „Machtpolitiek". Deze was de geloofsbelijdenis van Bismarck, en werd als de meest geschikte door Freitschke en zijne volgelingen in de gehoorzalen van de universiteiten van heel Duitschland verkondigd. Freitschke was er stellig van overtuigd dat, in de toekomst de Duitsche en Britsehe rijken met elkaar in botsing zouden komen, en in dien geest doceerde hij ook. De laatste afrekening zeide hij, de afrekening met Engeland, zal waar schijnlijk de langste en de moeilijkste zijn. Laat ons hopen, dat wanneer het eenmaal zoover is, I reitschke s land niet zal staan tegenover Engeland alleen, maar tegenover een krach tig, vereenigd Britsehe rijk. De machtpolitiek wordt nog steeds door den keizer en zijne raadgevers gevoerd. Ze stelde Oostenrijk in staat Herzegowina en Bosnië te annex- eeren met ontduiking van het Verdrag van Berlijn, onderteekend en meer dan 30 jaren geëerbiedigd door de groote mogendheden van Europa. Baron Aerenthal zou en kon dat niet hebben volbracht, wanneer hij toen niet op den steun van Duitschland had gerekend. Het is echter de vraag of de Duitsche staatslieden die Balkan-provinciën r iet beschou wen als geleend goed. Wellicht zal eens de dag komen, dat Duitschland zijn weldadige opperleen heerschappij uitoefent over Oostenrijk zelf. Vóór dien tijd echter heeft Oostenrijk, dank zij Duitschland, wat het wenschte en Duitschland heeft daardoor Oostenrijk aan zich verplicht. Eenigen tijd geleden kwam het bericht, dat Oostenrijk, dat gedurende vele jaren geen eerste klasse oorlogsschepen bezit, nu 4 schepen van het Dreadnoughttype laat bouwen. Deze kunnen later een integreerend deel worden van de Duitsche Vloot. Het doel van Duitschland is natuur lijk ons zoowel in de Middellandscheals in de Noordzee lastig te vallen en daardoor onze directe route naar Egypte en Indiö te bedreigen. In 1912 zal Duitschland zeker 17 Dreadnoughts hebben met andere in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 410