1075 aanbouw, waaraan toegevoegd die van Oostenrijk en Italië, welke een achttal zullen vormen. Daarbij zal hij dan zijne dokken hebben vergroot voor het nieuwe type van oorlogsschepen, terwijl hij in de lucht ons de baas zal zijn. Volgens" het tegenwoordige programma zullen wij op het einde van 1912 20 Dreadnoughts hebben en zullen wij, in tegenstelling met Duitsch- land niet op bondgenooten kunnen rekenen ons verbond met Japan, dat tot 1915 van kracht is, verplicht dit land alleen tot het beschermen van onze bezittingen in het verre Oosten. Het is onzeker of het verdrag na dat jaar zal worden vernieuwd. Waar afgescheiden van de vijandige politiek van Duitschland, wordt onze oppermacht ter zee, misschien in een mindere mate, bedreigd dooi de Vereenigde Staten van Amerika Dat rijk heeft zich binnen een luttel aantal jaren een reusachtige vloot aangeschaft. En ofschoon Mr. Asquith nog kort geleden, bij het berekenen van de sterkte van de zeemacht, geen rekening hield met die van de Vereenigde Staten, toch bestaat er werkelijk gevaar dat binnen 10 a 15 jaren de oppermacht ter zee, indien niet op Duitschland. dan toch op de Vereenigde Staten zal overgaan, want deze bezitten meer hulpbronnen dan het Ver eenigde Koninkrijk. Gedurende het presidium van Roosevelt eischten eemge staatslieden met klam een vloot van minstens gelijke kracht als die van Groot Brit- taDje, terwijl eenige overdrijvende zeeofficieren voor de Vereenigde Staten een vloot wenschten, welke niet alleen de krachtigste van de heele wereld, maar die in staat zou zijn aan al de vereenigde scheepsmachten het hoofd te bieden. Dat de vereenigde staten als groote mogendheid een sterke vloot noodig hebben wordt niet ontkend, maar dat zij een zeemacht wenschen gelijk waardig in kracht aan de Engelsche, die een groote handelsvloot in iedere zee en al de verspreide Britsche bezittingen moet beschermen, is hoogst bespottelijk. n Het is te hopen, dat de practische zin van het Amenkaansche volk niet op zulke dwaze voorstellen zal ingaan. De hulpmiddelen van de Vereenigde Staten en eventueel ook die van het Duitsche rijk zijn grooter dan die van het Vereenigde Koninkrijk. Daarom is het twijfelachtig, ot wij in de toekomst de oppermacht ter zee zullen behouden. Maar al zijn de hulpbronnen van Amerika en later ook die van Duitschland, grooter dan die van het Vereenigde Koninkrijk, de hulpinddelen van het Britsche Rijk zijn vele malen grooter dan die van Amerika of Duitschland. Indien dan de Britsche, zelfbesturende Staten een evenredig deel zullen bijdragen aan de verdediging van het rijk, zal het gevaar dat wij niet in staat zullen blijken te zijn het oppergezag ter zee te handhaven, verdwijnen. Het is te hopen, dat, afgescheiden van gevoels- en vaderlandskwesties, die Britsche bezittingen den ernstigen toestand inzien en steun zullen verleenen. De jongste gebeurtenissen eenter hebben de wereld getoond, dat het Britsche rijk in zijn geheel het moederland in elk gevaar zal steunen. De geschenken van Dreadnoughts door Kieuw- Zeeland en Australië hebben een heilzamen, doch ernstigen indruk op onze tegenstanders ge- gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 411