1076 Om de oppermacht ter zee te blijven handhaven staan twee wegen open. De eene en ik denk de beste weg is voor het heele Rijk één vloot te onderhouden. De andere en ik vrees de meest gewilde, is de oprichting van plaatse lijke scheepsmachten voor de verdediging van de onderdeelen van het Rijk. Maar het vlootvraagstuk van dit Rijk moet in de eerste plaats een offensief en niet een defensief karakter dragen. De steeds gevolgde taak van de Britsche vloot is de vijandelijke schepen waar zij ook zijn, op te zoeken en te vernietigen. Een toekomstige zeeoorlog zal waarschijnlijk wel worden afgespeeld in de Noord- en Middellandsche Zee en hij het volgen van den bovengenoem- den anderen weg zouden de slagschepen en kruisers duizenden mijlen verwijderd zijn van het oorlogsterrein De Duitsche vloot is de eenige vloot van dat rijk en kan direct gecon centreerd worden. De Britsche vloot zou daarom moeten zijn de eenige vloot van het Rijk en zou dan naar omstandigheden vlug kunnen worden vereenigd. Een sterke Rijksvloot onder éénhoofdige leiding en in vredes en oorlogs tijd in haar geheel geoefend, zou veel meer uitwerken en goedkooper zijn dan een half dozijn plaatselijke scheepsmachten onder gescheiden commando en controle. In het laatste geval zouden na de vernietiging van de Britsche vloot, Australië, Canada en Zuid-Afrika geheel zijn overgeleverd aan d9 genade van een vijand, die ons de oppermacht ter zee heeft ontrukt. Aan den anderen kant, waar de hulpmiddelen van het heele Rijk zich vereenigen tot het bouwen van één Rijksvloot zou deze zoo krachtig worden, dat eene vernietiging daarvan onmogelijk is, zoodat het Rijk te gelijk kan worden beschermd in zijn grondgebied als in zijn handel. In dit verband is het goed de woorden van Lord Selborne te releveeren, gesproken op de rijksconferentie in 1902: Indien ongelukkigerwijze, de gedachte zal veldwinnen aan eene plaatse lijke verdediging, zoodat elk deel van het Rijk zich moet tevreden stel len met een gedeelte van de vloot, dan zou het eenige resultaat zijn, dat een vijand, die zijne scheepsmacht heeft vereenigd, de verspreide Britsche eskaders partieel zal aanvallen en vernietigen, welke eskaders, geconcentreerd, eene vernietiging hadden kunnen voorkomen." Een groot nadeel, verbonden aan de oprichting van een werkelijke rijksvloot, is, dat de Britsche bezittingen daarop geene controle zouden kunnen uitoefenen. Hierin moet spoedig verandering komen. De bezittingen moeten in een evenredige mate in het huidige Comité van de Rijksverdediging en ook in een rijksraad, een Parlement voor het heele Britsche rijk, vertegenwoordigd worden, waardoor de gewenschte eenheid zou worden verkregen. Laat ons, nu het nog tijd is, de zaak regelen en niet onze krachten verspillen aan andere plannen. Laten we ons voorbereiden voor de wor steling, die zeker komen zal, en waaruit de eenheid van dit Kijk krach tig zal te voorschijn treden. Laat ons instemmen met de woorden van een groot dichter: .One life, one flag, one fleet, one throne." P. S. M. '09.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 412