Frankrijk. Duitschland. 1078 Volgens de ervaringen van den oorlog in Oost-Azië moet voor twee man op één schop gerekend worden, terwijl in het leger van elke 4 man slechts een daarvan voorzien is. P. (ft/. W. 98\09) Batter ij Commandanten en het schieten metDeldbatierijen. Een in .La France Militaire JSo. 7697" voorkomend artikel wijst er op, dat uitbreiding van Artillerie niet alleen voldoende is, doch dat men ook over goede officieren vuurleiders bij de batterijen moet kunnen beschikken Een snelvuurveldbatterij is een in alle opzichten volmaakt werktuig, echter alleen in do handen van een bekwamen Commandant. Een persoon is slechts noodig om de batterij te leiden; is hij bekwaam, dan verricht hij er wonderen mee, in het tegenovergestelde geval niets. Het is moeilijk om de noodige geschiktheid voor vuurleider te ver krijgen. De batterijcommandanten gebruiken daarom ook als het ware elk schot om zich zelf te bekwamen. De luitenants worden weinig in de gelegenheid gesteld met scherp te schieten en weten zelden een vuur goed te leiden. En toch zal het dikwijls voorkomen, dat de batterijcom mandant het eerst buiten gevecht gesteld wordt (Russisch-Japansche o irlog) en een luitenant het commando over de batterij moet overnemen. Daarom moeten alle officieren meer in de gelegenheid worden gesteld als vuurleider op te treden; de hoeveelheid toegestane munitie moet vermeerderd worden de Artillerieofficieren moeten bovendien meer met de Infanterie vertrouwd raken en ten slotte stelle men aan een batterij- eommandant de eisch, dat hij bij manoeuvres en schietoefeningen reeds eene compagnie gecommandeerd heeft. P. (M. W. 100)09) Uoorgestelde Uerbeteringen noor hel Duitsche üeldgeschut. In de Ivriegstechnische Zeitschrift 6es Heft, 1909. komt een artikel voor, „Zeitgemasse Geschützfragen", waarin besproken worden de wijzi gingen die de schrijver (M. B.) aan het Duitsche veldmaterieel en in de organisatie der Duitsche veldbatterijen noodig acht, vooral ook in verband met genomen of te nemen maatregelen bij de Fransche veld-artillerie. Daar het niet alleen belangwekkend is, van deze Duitsche eischen kennis te nemen, maar het ook voor onze Artillerie- en andere officieren nuttig is te weten, welke gebreken nog aan het moderne veldgeschut kleven en hoe men zich elders voorstelt, daaraan tegemoet te kunnen komen, geven we hieronder verkort den inhoud van het bedoelde artikel weer. De schrijver zegt over de Fransche artillerie eerst het volgende: .Nadat het Regeerings-ontwerp voor de reorganisatie der Artillerie in .Frankrijk door de Kamer van Afgevaardigden en den Senaat aangenomen .was en derhalve de vierstukken-batterij behouden blijft, hare vredessterkte .verhoogd wordt, teneinde bij mobilisatie reserve-batterij en te kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 414