717 -
Een Eerste Uitrukken (en de Uuurdoop.)
Hefc was gedurende de Pedië-expeditie in Juni 1898. Reeds
lang te voren was het te Koeta-Radja, onder de aldaar aanwe
zige officieren, merkbaar, dat er spoedig uitgerukt zou worden.
De geest onder hen gezeten in den bekenden „koudenhoek"
van de sociëteit de Atjèh-Club werd met den dag opgewekter
en vroolijker, als bewijs, dat er onder die mannen een drang
naar daden was. Men werd in de gesprekken onder elkander
vertrouwelijker van aard door het van te voren voelen, dat
de een de ander, straks onder moeilijker omstandigheden, zou
noodig hebben. Allen echter hadden het zelfde groote vertrou
wen in hun ervaren en beproefden commandant den toenmali-
gen kolonel van Heutsz.
Met eene flinke fuif werd van de achterblijvenden, ook
alweer in dien kouden hoek, afscheid genomen en den vol
genden dag, tegen het vallen van den avond waren het Bde
Bataljon, de divisie Marechaussée en een peloton Cavalerie
de troepen van Koeta-Radja present aan boord van de
Gou vernemen tsstoomers, om op te stoomen naar de reede van
Sigli. Dat er gedurende dien nacht aan boord door de jonge
officieren niet vast zal zijn geslapen, is niet te verwonderen.
De meesten zullen wel bezig gehouden zijn met gedachten over
roem, eer en lauweren. Een enkele misschien soesde over ach
tergelaten vrouw en kind, dat is niet met zekerheid te zeggen,
omdat men zulke gedachten meestal niet uit, maar wel was
zonder twijfel uit te maken, dat de geest onder allen gedurende
dien dag opgewekt was geweest en dat een jong officier, die zich
onder het gedecoreerde vaandel van het derde Bataljon had
neergevlijd, wel niet met al te sombere gedachten zal zijn in
geslapen. Wellicht werd hij door enkelen om dat plaatsje benijd.
Immers er zijn zoovelen bijgeloovig.
Bij het aanbreken van den dag stoomde een Gouvernements-
stoomer, de Flamingo met den expeditiecommandant aan
boord, ons vaartuig voorbij en stak dat schip eenige oogenblikken
later sterk af tegen de stralen der opkomende zon. „Twee op
komende zonnen tegelijk", merkte lachend een der jonge officieren
aan den valreep op, doelende op dien aanvoerder en wijzende
in de richting van dat schitterende schouwspel.