Uit de Pers. In een artikel .Overpeinzingen" in de Nieuwe Soer. Ct. van 10 Sept. j. 1. bepleit rTinus" o. a een billijker reueling van bijdragen aan en uitkeeringen door het Weduwen- en VVeezenfonds. Hij zou wenscben dat ongehuwde officieren bij het verlaten van den dienst hun betaalde con- tributiën terug zouden ontvangen (evenals dit voor de onderofficieren is bepaald) en dat zij, actief zijnde, het recht zouden hebben een hunner nabe staanden of vrienden aan te wijzen als deelgerechtigde hij hun overlijden. In hetzelfde artikel behandelt Tinus ook het recht van officieren en hunne gezinnen op vrije geneeskundige behandeling. Wij nemen daaruit het vol'>ende over: Nu komt het echter ook voor, dat een officier eene ziekte heeft, ter algeheele genezing waarvan een tijdelijk verblijf in een ander klimaat n odig is, en in dit geval wordt hem een verlof wegens ziekte vooreen bepaalden tijc (gewoonlijk één of twee maanden) verleend, welk verlof voor verlenging vatbaar is, hetgeen blijkens de vele verlofsverlengingen nog al veelvuldig het geval is. Zulk een verlof wordt eveneens verleend op grond van de uit een door den behandelenden officier van gezondheid, dan wel door eene geneeskundige commissie afgegeven geneeskundig certificaat gebleken noodzakelijsheid tot herstel van gezondheid. De reis van den patiënt werd vroeger door het gouvernement betaald, of dit thans nog zoo is, weet ik niet: ik meeu echter van niet; in elk geval wordt de reis voor het gezin niet betaald door het gouvernement, en is daarvan het gevolg, dat hij óf hooge kosten moet maken óf tijdelijk een dubbel huishouden moet bekostigen. Wordt hij nu gezonden aar een plaats, waar een door het gouvernement gesubsidieerd gezondheidséta blissement bestaat en kan hij daar een plaats als gouvernementslijder krijgen, dan zijn de onkosten niet zoo bijzonder groot; gewoonlijk toch betaalt men als gouvernementslijder f 1.50 per dag. Het getal voor gouvernementslijders te reserveeren plaatsen in zulk een inrichting is echter beperkt, zoodat het meermalen voorkomt, dat deze reeds alle bezet zijn en hij dus het volle pension-tarief moet betalen. Stelt men dat nu erg billijk, b. v. ƒ90, per maand, dan is dit b. v. voor een tweede luite nant, die gehuwd is en die zijn woning niet kan opzeggen, omdat zijn gezin dan geen of een duur onderdak zou hebben, een heel bedrag, u.l s/5 van zijn roaandelijksch zuiver inkomen (als hij n 1 niet in de korting is, want in dat geval bedraagt deze som tV van dat inkomen). Het zal wel verder geen betoog behoeven, dat een verlof van twee of drie maan den voor den betrokkene een bepaalde finantieele nekslag is, een ruïne. Nog erger wordt dit het geval, wanneer niet hij zelf, doch zijn echtge- noote of kird(ereu) in dat geval, komen te verkeerenvoor hen wordt niets vergoed, terwijl de kosten dan gewoonlijk meer beloopen. Laat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 420