1087
er, de een meer dan de ander, zwaar over gepikerd, hoe wij het zullen moeten
aanleggen, wanneer ook ons dat wreede lot besehoren wordt en dan in
die droeve oogenblikken van zwaarmoedig gepeins is het ons zeker ook
weieens verklaarbaar voorgekomen, waarom menigeen, geroepen tot be-
oordeelen en tot veroordeelen, er tegen op ziet om eene zeer achtens
waardige familie tot den bedelstaf te brengen. Aannemelijk schijnt het,
dat een bataljonscommandant, die geen hoogere aspiratien heeft, die nim
mer zal komen te staan voor de groote verantwoordelijkheid van een niet
geheel tegen zijn taak opgewassen korps hoofdofficieren, iederen kapitein
van zijn bataljon, waarbij het er maar eenigszins door kan, de geschiktheid
voor majoor toekent. Après moi le déluge, en met zijn geweten heeft
hij het op een accoordje weten te gooien, dat hij het leger heeft verrijkt
met wederom eenige aspirant-hoofdofficieren, omdat hij er van overtuigd
is, dat de Staat voorgaat met te kort te schieten in de nakoming van den
plicht, die hem gebiedt, zijnen dienaren een zoodanig pensioen te verze
keren, dat zij, na hunne beste krachten en beste levensjaren aan den
staatsdienst te hebben gegeven, fatsoenlijk kalm en rustig hunne laatste
levensdagen kunnen genieten, zonder dat ze genoodzaakt worden weg te
sluipen in een der uiterste uithoeken van het dankbare, toch zoo dier
bare Vaderland, gehuld in een kaal, versleten jasje of in een voor de
derde maal gekeerd demitje.
„Is het niet een eigenaardig verschijnsel in onze regelen op de bevor
dering, dat een kapitein van den generalen staf, die een bijna 5-jarigen
opleidingscursus moet doorloopen, voor hem de geschiktheid voor den
staf kan worden toegekend, het net zoo gauw of beter net zoo langzaam
tot majoor moet sturen als een troepenkapitein? Zoo iets noem ik geen
oordeelkundig gebruik maken van de beste krachten, waarover het leger
beschikt. Het legerbelang brengt mede, dat zij zoo spoedig doenlijk in
een zoodanige positie worden geplaatst, waarin zij als voorlichters hunner
kameraden geheel tot hun recht komen."
S. wijst vervolgens op de groote onbillijkheden, gevolg van het enorme
verschil in promotie bij verschillende wapens, verschillen in tractementen,
pensioenen en weduwenpensioenen en gaat dan voort
Eindelijk heelt men voor den drang der omstandigheden moeten zwich
ten en werden de tractementen der subalterne officieren herzien. Vroe
ger bedroegen die per maand
2e luitenant f 170.
le luitenant jongste helft f 200.
le luitenant oudsie helft f 225
kapitein jongste helft f 350
kapitein oudste helft f 400.
Komt nu nog het bij de aanstaande behandeling der Indische begrooting
aanhangig gebrachte voorstel er door nl. om het tractement van een luite
nant met 12-jarigen dienst te brengen op 350, dan zullen de tracte
menten der subalterne infanterie-officieren er aldus uitzien
2e luitenantf 175
na 4 jarigen dienst le luitenant210
V le
71
240
300
r 350