718 -
De landing der troepen te Sigli had plaats met behulp der
sloepen en stoombarkassen van de oorlogsschepen aldaar voor
anker, zoodat allen in den loop van dien dag een plaatsje kregen
in een reuzenbivak van kajoe kaso (een soort rondhouten) en
kadjang matten, dat door de zorg van de Genie, ten Oosten
van den post Sigli, was opgetrokken. Dit bivak namelijk was,
alles medegrekend, bestemd voor vijf Bataljons infanterie, één
Divisie maréchaussée, vijf Pelotons Cavalerie, ongeveer één en
een halve Batterij Berg-Artillerie, drie Sectiën Genietroepen, de
noodige Ambulances en ten laatste den trein, die uit niet min
der dan ongeveer drie duizend koelies bestond. Het geheel was
omgeven door één enkele versperring van gewapend ijzerdraad,
dat gespannen op in den grond geplaatste rondhouten tevens als
afsluiting dienst deed.
Voor degenen, die het nog niet weten, dient vermeld, dat
zoo'n afsluiting een groot verschil opleverde met de vroeger
steeds gebezigde palissadeeringen van ijzerhout, die den troepen
tevens dienden tot dekking tegen het vijandelijke vuur en
zoodoende een terstond uitrukken bij beschietingen niet erg
in de hand werkte. Bij eene omheining van gewapend ijzerdraad,
prikkeldraad zegt de fuselier, echter, wordt de troep, als het
ware van zelf, uit zelfbehoud genoodzaakt zoo spoedig mogelijk
naar buiten te gaan, om, door den vijand op het lijf te zitten,
de beschieting te doen ophouden. Hierbij zij tevens opgemerkt,
dat een Atjèher zich niet laat wegschieten, integendeel, wordt
een bivak beschoten en schiet men terug van uit dat bivak
(vroeger dus van achter de palissadeering), dan zal men onder
vinden, dat de vijandelijke kogels beter gaan invallen, gericht
op ons eigen (vooral nachtelijk) vuur. Nachtelijk vuren is
bovendien munitie-verspillingvan behoorlijk richten is dan
in 't geheel geen sprake. Er dadelijk op uit en op in is tegen
over den Atjèher de eenige afdoende maatregel om het vuren
te doen ophouden. (Zie verder de schets: Nachtelijke Be
schietingen).
De eerste dagen te Sigli werden gebruikt om de troepen zoo
goed mogelijk te legeren en den soldaat aan den nieuwen toestand
te doen wennen. Met den dag van 1 Juni 1898 brak dan eindelijk
de dag van uitrukken aan. Den avond tevoren werden de