1098 698) zijn ze niet altijd voorradig en de bibit wordt in onvol doende hoeveelheid aangeplant (698). Vóór men een batterij in alle onderdeelen heeft leeren commandeeren, overzien en beheerschen gaan ettelijke jaren heen. En dat leert men als luitenanten dat leert men niet, als men na een paar jaar zijn geschiktheid gehaald heeft en dan ovei ge plaatst wordt, men kent het dan heelemaal niet als men kapi tein B. C. wordt en de batterij wordt een soort proefdier. Maar er is meer, uit de veld-artilleristen moeten de af richters voortkomen, die èn tactisch èn technisch, èn hippisch èn paedagogisch dusdanig onderlegd moeten zijn, dat zij aan het eind van hun luitenantstijd, als africhter doorgebracht, nog tactisch aanvoerder, beroepsofficier B. C. zijn. Men kan militie- of reserve-officier zijn, in Indië van een ander wapen zijn overgekomen en na een jaar een zeer bruikbaar artillerie aanvoerder geworden zijn, maar daarmee is men nog geen beroeps-veld-artillerist. Ik ga zelfs verder, men kan zéér hooge tactische, stiategische, organisatorische, generale staf-eigenschappen bezitten, maai des alniettemin de routine van het paardevak missen om b. v. een „in de potage" geraakte batterij er boven op te helpen en die weer mobiel, bewegelijk en gevechtsvaardig te maken. Dat komt omdat bet paardevak jarenlange routine eischt met studie, met ambitie, met ijver, met vasten wil alléén komt men er niet, jarenlange omgang, routine, aanleg en „kijk" op paarden zijn eisch. Daarom is selectie in ons wapen noodig, is het altijd een onder scheiding geweest er bij te dienen en er bij te blijven dienen- Maar iemand die te hooi en te gras er korten tijd bij ge diend heeft, kan misschien een uitstekend tactisch Art. Ct. zijn, ja hij mag infanterist zijn en kan nog een uitmuntend artillerie-aanvoerder wezen en in oorlogstijd of op manoeuvre een uitmuntend tactisch gebruik van het wapen kunnen ma ken, maar hij is géén beroeps-troepen-artillerist en behoort niet tot de kerndie door haar arbeid in vredestijd, met haar detail oefeningen speciaal op paardengebied, ons verzekert van ge- vechtsvaardige batterijen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 434