1099 En die kern is klein in ons wapen, zéér klein, le klein in de gegeven omstandigheden. Nogmaals, materieel kan men koopen. Technische vaardigheid in het vuren met geschut kan een ieder zich in betrekkelijk korten tijd met een vasten wil, ijver en stadie eigen maken. Maar „horseman", artilleristisch paardeman, dat is voor wei nigen weggelegd, sommigen worden het nooit, sommigen wel maar dan na jarenlange ervaring. Of zou mijn geachte bestrijder denken dat iemand die een luitenantstijd heeft doorgemaakt verdeeld over actie te velde, krijgsschool, commissiën, topografie, krijskundige studiën en generale staf- werk, dat zulk een officier, welke zijn hooge quali- teiten als aanvoerder ook mogen wezen, in staat is b. v. in een tuigencommissie goed werk te leveren, steegsche paarden te leeren trekken of in herdressuur te nemen, goede rijlessen te geven en stukkenrijders op te leiden, een hoefsmid te con troleeren zoodat deze zijn minderheid voeltzelf koud beslag onder te leggen en hoeven te besnijden, in de manege een paard als rug- of schenkelganger te beoordeelen, printah's voor kunst- beslag te geven enz. enz.? Integendeel ik ben er van overtugd dat zulk een waardevol tactisch en strategisch aanvoerder, wat ook zijn andere groote capaciteiten mogen zijn, het ai b. v. gruwelijk zou afleggen tegen een adjundant-onderofficier als hem b. v. werd opgedra gen 12 recruten in een half jaar te leeren zitten, rijden, hulpen te geven en een bespanning te rijden, ten minste als die adju dant-onderofficier een „paardeman" is. Welnu, ik stel als eisch voor ons wapen dat alle officieren tactisch en technisch ontwikkeld zijn en dat minstens 50 de boven omschreven eigenschappen van een „paardeman" be zitten. Die eisch is noodig geworden na de invoering der Australiërs, die 50 halen we op het oogenblik lang niet en het percen tage dreigt te dalen. Daarom is de veld-artillerie aan 't verwordenen dat zal, als niet ingegrepen wordt, een achteruit hollen worden. Hiertegen te waarschuwen was de bedoeling van mijn oor spronkelijk schrijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 435