719 - orders bekend gemaakt. Wapens- en Bataljonsgewijze wer den de Officieren bij elkander geroepen en onder den rossen gloed der petroleumlampen luisterden allen zwijgend naar de bevelen, die werden gegeven de meesten, vooral de jongeren met een licht in hunne oogen, dat niet erg vriendelijk scheen voor den vijand, die morgen bevochten zou moeten woorden. Nog klinken de woorden: Alleen zijdie gewapend tegen ons optreden worden als vijand beschouwd en mogen worden neerge schoten-, vrouwen en kinderen blijven gespaardGeen eigendommen mogen worden vernield of verbrand.1" Deze woorden waren dan ook in den geest van de Dagorder den vorigen dag door den Expeditie-Commandant uitgegeven en die woordelijk luidde: Den volgenden morgen, tegen het aanbreken van den dag, bewoog zich eene lange colonne van Cavalerie, Marechaussée, drie Bataljons Infanterie, Artillerie, Genie en Ambulance langs den welbekenden „kelapa satoe" (een eenzamen klapperboom in de lagune ten Z. O. van Sigli, waaronder al menig gevecht tegen den Pedirees was geleverd) over de dijkjes dier lagune in Zuidelijke richting. Treffend, meer dan treffend was het oogenblik, waarop deze Colonne voorbij den Bevelhebber trok, die met ontblooten hoof de liet voorbij trekken die ernstige mannen, die straks voor hunne Koningin en hun Land maar toch ook voor Zijn roem en Aan Officieren, Onderofficieren en Soldaten van de Expeditionaire troe penmacht in Pedië. Met vol vertrouwen op uwen geest, uw plichtsbetrachting en toewijding, heb ik op heden mij aan uw hoofd gesteld. Wij staan gereed den oorlog te voeren in eene landstreek, die gerekend mag worden tot de meest wel varende van het Atjéh'sche rijk. Maar wij zullen dien oorlog voeren alleen te gen de personen, die met de wapenen in de hand zich'.tegen ons verzetten. Wij zullen optreden als beschermers van alle goedgezinden, van de have, het goed en de eigendommen der geheele bevolking. Dan zal wanneer de oorlog hier tot een goed einde zal zijn gebracht, het volk zich met vertrouwen en zonder wrok aan ons gezag onderwerpen, omdat wij zijne bezittingen ge spaard, zijne goederen onaangeroerd gelaten hebben. En thans voorwaarts Leve de Koningin Sigli 30 Mei 1898. De Civ. en Mil. Gouverneur van A. en. O. Bevelhebber van de Pidië-Colonne van Hetitsz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 43