- 1102
de Sadang overgetrokken, waarbij een maréchaussee in het wa
ter over den kop ging en zijn klewang verloor.
's Middags 3 uur werd het bivak op een verlaten ladang be
trokken en van den djagoeng aanplant het noodige gefourageerd.
's Nachts werd door de koude niet veel geslapen en ble
ven de meeste manschappen zich om de ontstoken vuren zitten
warmen.
4 Februari.
uur v. m. afmarsch van de patrouille's middags 4J uur
aankomst te Paboaran.
De marsch was zeer vertraagd, doordat de Europ. brigade
commandant en eenige fuseliers wegens ziekte gedeeltelijk per
tandoe vervoerd moesten worden.
De hoofdtroep had den vorigen dag in eene kampong van
Palissang gebivakkeerd en was 's middags iets eerder te Paboaran
aangekomen; (de geheele patrouille was nu weer vereenigd).
De kampongs, welke wij dien dag voorbijtrokken, bleken alle
door de bevolking verlaten, terwijl nergens witte vlaggen uit
gestoken waren.
Herhaaldelijk waren kleine gewapende patrouilles van den
vijand in de nabijheid opgemerkt, die echter vlug verdwenen
om van afgelegen hoogten te blijven waarnemen.
Van het bivak Paboaran kon het Ambisso-complex in de verte
waargenomen wordendreigend stak het hooge rotsgebergte als
een geweldige, ruwe steenmassa tegen de lucht af.
Van één der spionnen vernamen we het volgende:
„Paboaran was de hoofdplaats van deze landstreek, tevens
verblijfplaats van den Amokaka (titel Toradjahoofd) Ambi Parri,
een bejaard' man, die zich liever niet tegen de compenie had
verzet, maar door de bevolking op een' draagstoel naar de berg-
stellingen was medegevoerd. Poang-Tikoe zou zich met 15
gewapende volgelingen bij de tegenpartij aangesloten hebben,
met het doel hier hardnekkigen tegenstand te bieden".
De colonne-commandant besloot den volgenden morgen het com
plex van noordelijke en westelijke richting te doen verkennen.
5 Februari.
's Morgens vroeg rukken 2 groepen uit met opdracht:
a. ééne groep onder commando van den onder-luitenant