1108 -
met moeite in het onbegaanbare, dicht begroeide en met scherpe
rotskegels bezaaide terrein vooruit komen.
Hare doorzoeking had echter tengevolge, dat verscheidene
gewapenden aan de tegenovergestelde zijde tegen de rotswan
den omhoog wilden klimmen, doch bij die poging dadelijk wer
den neergeschotenhierbij sneuvelde Ambi-Parri, het hoofd
van de landstreek.
De maréchaussée Sumual werd uit een' onbekenden schuil
hoek door een schot verwond en met groote moeite in een
sarong naar boven gedragen, daarna werd hij per tandoe naar
het bivak vervoerd.
Om half vijf 's middags was alles weer bij Laso-Batoe veree-
nigd en werd met achterlating van ééne groep bezetting in
Laso-Batoe, die een' eventueelen aanval op Tambolang met
vuur zou ondersteunen, de terugmarsch naar het bivak begon
nen, waar wij te 8 uur 's avonds doodop aankwamen.
7 Februari.
De brigade maréchaussée onder luitenant E. van Bevervoorde
werd uitgezonden met opdracht den tweeden kam, waarop de
benteng Tambolang, te verkennen. Er werd een schijnbaar
goede aanvalsrichting uit het N. W. gevonden.
8 Februari.
Een brigade en 2 groepen rukken uit ter opruiming tweede
kam. Nevelachtig weer begunstigde den opmarsch, die daardoor
tot de opengekapte hoogte X, 200 M. van Tambolang, onge
merkt kon geschieden (ongeveer 12 uur 's middags).
Juist toen de brigade maréchaussée grootendsels over den top
X gekomen was, trok de nevel op en ontwaarde de vijand
onzen opmarsch. Met den looppas ging de brigade in den be
groeiden kom vooruit, (zie schets 4).
De groep infanterie wilde volgen, doch de voorste fuselier, Her
big, werd door een' kogel in de borst getroffende anderen wierpen
zich neer en openden het vuur op Tambolang en de stellingen d.
De brigade maréchaussée bleef ongemerkt in de begroeide
kom, maar kon niet voorwaarts, aangezien over het opengekapte
gedeelte slechts één pad liep naar de bijna loodrechte zijwanden
van den kam, waarop de versterkingen lagen en slechts één
lange smalle ladder daartegen geplaatst stond.