1112 - daaraan te ontzeggen al was zulks ook onzichtbaar voor den schrijver neen, dat gaat niet op. Heel veel wenken en raadge vingen, daarin neergeschreven, heb ik in den omgang met Kromo ter harte kunnen nemen en waar ik waarschijnlijk één ben uit velen, daar zou het in hooge mate te betreuren zijn geweest, wanneer die opstellen in de pen waren gebleven. Ik geef gaarne toe en kan zulks te eerder doen, waar ik uit ervaring kan meespreken dat men van hoogerhand zeer weinig aandacht schijnt te schenken aan denkbeelden en voor stellen, die met weinig of geen kosten uit te voeren zouden zijn geweest. Ik zelf wees hier nog eens op in de lezing van den heer Gratama in den Haag over de middelen ter verbetering van het Javaansche element. Ik heb gemeend goed te doen met er op te wijzen, dat het zeer verkeerd zou zijn, indien het officierskorps er van afzag om zijne denkbeelden door middel van ons Militair Tijdschrift in ruimeren kring bekend te maken en hoop van harte, dat deze opwekking aan de Lezers niet zonder practisch resultaat moge blijven. En waar de heer Kerkkamp zijne beschouwing eindigt met de woorden: „alleen een ezel stoot zich tweemaal aan denzelfden steen", daar wensch ik hem egoïstisch ter wille van ons toe, dat hij nog gedurende vele jaren aan langoor geen voorbeeld moge nemen. Ik wilde echter nog iets zeggen over de beoordeeling der officieren. Dat deze nog niet aan billijke eischen voldoet, bewijst het feit, hoe vooral in de laatste jaren onze Tweede Kamer als 't ware overstroomd wordt met reclames. En nu wil hier mee niet gezegd zijn, dat al die reclames een gevolg waren van onbillijke beoordeelingenze wijzen er toch op, dat aan ons systeem van schifting geduchte fouten kleven. Trouwens wie herinnert zich niet uit eigen omgeving collega's, die zeker niet de minsten onder ons waren, en zich toch verplicht zagen heen te gaan. waar anderen, zelfs zwakke broeders, zich de gouden kraag zagen toebedeeld, verkregen langs lijnen van geleidelijkheid? Het huidige systeem van beoordeeling is niet in staat gebleken om mannen, die reeds eene eervolle carrière achter den rug hadden, voor het leger te behouden en daarmee heeft het zich zelf veroordeeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 450