1135 gereedschapswagen. Men streeft echter naar het doel, een waar nemingswagen alleen voor die bestemming ingericht, naast een gereedschapswagen te geraken, uitgaande van de zeer juiste overweging, dat de waarnemingswagen een orgaan is van den artillerie commandant, dat in of nabij de voorhoede behoort te zijn, terwijl de gereedschapswagen bij den G. T. thuis hoort, en dus de batterij moet volgen. Uit de opgegeven getallen blijkt voldoende, dat de beweeg baarheid niet die van veldartillerie kan zijn, en dat ook de verplaatsing met handen der stukken wel eenige bezwaren met zich zal brengenvoor het doel, dat men zich met deze batterijen hier te lande voorstelt te bereiken, zijn deze echter voldoende mobiel. Slechts leverde de zeer lange affuit nu en dan moeilijk heden op bij het maken van wendingen op den weg. Munitie uitrustingenkele schootstafelgegevens. Aan munitie wordt thans beschikt per stuk over: In den voorwagen16 schoten. caisson48 van den gevechts- trein48 Totaal112 per stuk. Dat deze hoeveelheid niet overdadig is, deden de schietproeven in het voorjaar van 1909 te Oldebroek gehouden, helder uit komen. Aldaar bleek de wenschelijkheid over meer munitie te kunnen beschikken en thans wordt het denkbeeld overwogen per stuk nog een caisson in den G. T. op te nemen. Men zou dan krijgen 160 schoten per stuk en wel (vermoedelijk) 120 G. K. en 40 B. G. De gevechtstrein verkrijgt dan het dubbel aantal voertuigen. In verband daarmede en met de daarvoor zoo veel lastiger mu nitieaanvulling wil het ons voorkomen, dat de functie van Commandant G. T. wel niet als in de ontwerp-organisatie, aan een milicien-sergeant mag worden toevertrouwd. Een sergeant majoor instructeur (c. q. adjudant O. O.) lijkt ons de aangewe zen persoon. De Schootstafel geeft voor de grootste lading een maximum dracht van 6100 M. Wij achten voor het met deze houwitsers beoogde doel dien afstand niet te groot.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 473