1142 tegenwoordig 6 Eskadrons, waarvan 4 veld-eskadrons en 1 lijfwacht-eskadron die gezamenlijk uitbrengen kunnen, laten we zeggen: 4 X 125 500 man. Van die 500 man, bestaat de helft uit Inlande's. Nu heb ik in beginsel niets tegen Inlanders: ik heb inder tijd eene officierspatrouille gecommandeerd, waarvan ik de bruine broeders zelfs niet tegen den besten Europeaan had willen ruilen. Maar zoo als deze waren, zijn ze niet allemaal. Wel is men met de werving wat goediger tegen ons geweest, en hebben we wat flinke kerels van andere wapens overgekregen, maar 't is onder ons een publiek geheim, dat er nog verscheidene heel wat versleten of onhandige, of onbegrijpelijke, of laat ik maar zeggen snüf-kerels, onder 't wapen rondloopen, die béter zijn voor lampenist wat ze op den duur allemaal leeren of om thuis te corveeën als er kader bij is, altijddan om mee te velde te tijgen. Alzóó indien onze tegenstander is: Brit, Japanner, of Amerikaan. Diè menschen alles bij te brengen wat een goed verkenner noodig heeft te wéten, te kunnen en vooral te durven, wordt werkelijk en met ijver beproefd, maar kan m. i. nimmer tot de verlangde resultaten leiden. Men maakt nu eenmaal van een mops geen terriër Van die 500 man moeten nog afzieken, verliezen, enz. Alle patrouilles derhalve uit menschen te doen bestaan, waarop men bouwen kan, is behalve voor de enkele officiers patrouilles onmogelijk. Hoogstens de kern. De rest dient daarbij tot steun. Maar gegeven: dat bewapening met de lans een aanzienlijk moreel overwicht op den tegenstander medebrengt; gegeven, dat het moreel van den inlander stijgt, indien hij zich daarvan bewust is; gegeven, dat hij in 't algemeen handig is, in 't gebruik van steekwapenen zou dan de lans voor onze ruiterijdie:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 480