1143 a. in hoofdzaak verkent, b. in hoofdzaak patrouillegevechten levert, c. voor een groot deel uit Inlanders bestaat, cl. eene cavalerie tegenover zich krijgt, die waarschijnlijk geen lans voert, e. en indien dit wel zoo blijke in ieder geval daartegen ge wapend moet wezen, dan niet Jfiet wapen par excellence" zijn, naast onze sabel en karabijn? Welke gronden nu hebben toenmaals geleid tot de afschaffing der lans in de Europeesche legers Dat waren(H. en P.) lo. de moeilijke hanteering; 2o. de omstandigheid dat het 2e gelid slechts bij uitzondering van dit wapen gebruik kan maken 3o. de doodelast bij 't afzitten tot 't gevecht te voet. Ad lo. De moeilijke hanteering vereischt eene langdurige oefening. Maar eerstens zijn de handgrepen terug te brengen tot: 1 en 2 steek links (en tegen Inf. links), 3 en 4 rechts id. rechts), 4 en 5 links en rechtsvoorwaarts, 6 achterwaarts, 7 den slag, wat waarlijk toch wel te leeren is door menschen, die tot voor nog korten tijd de 1001 houwen, steken, parades en samen gestelde bewegingen met de sabel moesten kennen. En ten tweede hebben wij een staand leger met minstens 6 jarigen dienst, tegenover de militielegers van Frankrijk en Duitschland, wier oefeningstijd 2 en 3 jaren bedraagt en voor wie dat bezwaar toch maar zoo weinig gegolden heeft, dat zij wederom de lans hebben aangenomen. Ad 2o. Deze reden vervalt van zelf bij grooteren gelederen- afstand, en alzoo waar wij voor onze cavalerie v. n. 1. de moge lijkheid van patrouillegevechten hebben vooropgesteld. Ad 3o. In ieder geval is daaraan te gemoet te komen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 481