1156
hun geweer hebben gekregen, dat zij beter schieten dan onze
eigen soldaten. Het wordt herhaald, met hunne ten deele
uitgeschoten beaumontgeweren, met hunne slechte munitie, op
welks geregelde ontbranding zelfs in het geheel niet vertrouwd
kan worden, schieten deze volbloed kafirhaters beter dan onze
geoefende soldaten met hunne prachtige geweren. Leest goed
Gij jeugdige Luitenants: deze Atjèh'sche vechtersbazen ge
staald in onze ratelende salvo' s van beaumont- en repeteerge
weren zijn in hunne groote doodsverachting en fanatisme
dapperder en moediger dan de meesten van ons.
Voorbeelden, vele voorbeelden zijn er te noemen van hun
buitengewoon onversaagd optreden tegenover onze troepen, in
vele gevallen tegenover onze overmacht. Van overgave is bij
hen geen sprake. Zij vechten zich liever dood, dan levend in
onze handen te vallen. Bij één enkele verrast of overvallen en
omsingeld, richt hij zich fier op om met een lachenden, minachten
den trek op het gezicht, zijn thikin (klewang) en reuntjong te trek
ken en zonder de minste weifeling den strijd op leven en dood
aan te binden, bijvoorbeeld tegen een tiental Maréchaussée's, die
hem met getrokken klewang omringen. En wat is dan meestal
het gevolg van zoo'n weergaloos fanatiek-moedig optreden? Na
eenige vergeefsche sommaties van onze zijde, zich over te ge
ven terwijl elke Atjèher weet, dat hij bij overgave wordt ge
spaard(probeert edelmoedig hem eens te ontwapenen gij meester op
de sabel niet dat gij als meester op de sabel niets aan Uw mees
terschap zult hebben—i ntegendeel) valt hij dan eindelijk in eene
verwoede worsteling in dien ongelijken strijd, die bij goede
soldaten zonder vuur door enkelen wordt aangebonden, terwijl
de anderen zijn ontkomen moeten beletten.
Maar met hem, den pracht gespierden Atjèher, valt dan meestal
bij ons meer dan één doode of gewonde (hierover later).
Infanatiek zijn dus die onverzoeniijken uit de oude Garde der
Atjèh'sche strijders. Wee de patrouille, die, in gevecht gekomen
met deze ware vechtduivels, slechts voor een oogenblik weifelt
in haar optreden. Zij zou verloren zijn.
Vechtduivels zijn zij, voor hunne fanatieke dapperheid nog
maals den hoed af, maar voor hunne ongeëvenaarde sluwheid,
valschheid, onbetrouwbaarheid en verschrikkelijke wreedheid te-