De merking der punikogels uit een chirurgisch oogpunt
beschouwd en het tactisch gebruik erDan.
1167
Een onzer vrienden, kort geleden uit Japan teruggekeerd, zeide, dat
geen volk, tenzij met het oog op te verwachten, ophanden zijnde vijan
delijkheden, zich zoo zou wijden aan zulke bedrijvige en geduchte voor
bereidingen, als Japan op dit oogenblik bezig is te doen.
Het schijnt dat in de arsenalen dag en nacht wordt voortgewerkt, terwijl
op de scheepswerven doorloopend nieuwe oorlogsschepen op stapel worden
gezet.
Het valt niet te ontkennen, vervolgt hij, dat Japan zich tot een nieuwen
oorlog voorbereidt, daar zij zulke verbazende kosten op haar budget zich
niet zou veroorloten alleen met het doel den vrede te handhaven.
Het is noodig dat Frankrijk meer aandacht schenkt aan die enorme
bedrijvigheid in de japansche zeehavens; want het is zeer waarschijnlijk
dat Japan, na met China hare geschillen te hebben geregeld, haar aan
dacht zal vestigen op onze kolonie, welke, onbeschermd zijnde, meer dan
ooit aan hare aanvallen blootgesteld is. Laat ons daarom bijtijds de
noodige voorzorgen nemen eu nauwkeurig de gebeurtenissen volgen, welke
niet ver van ons af op het oogenblik zich voordoen.
pj_ Jap. Chron., 23 Sept. '09.
De vraag omtrent het invoeren van puntkogels ïs in vele staten reeds
opgelost (Engeland, Frankrijk, Zweden, Noorwegen, Portugal, China, Chili,
Columbia). Andere staten verkeeren nog in een stadium van proefneming! n
zooals Denemarken, Argentinië, Paraguay, Turkye, Rusland, Noord-
Amerika, Spanje, Brazilië, Holland, Rumenië. Duitschland heeft plannen
zijn tegenwoordigen puntkogel te verwisselen met een nieuwen, anders
gevormden. Oostenrijk heeft, na ernstige proeven, er van afgezien, een
nieuwen puntkogel in te voerenondanks het feit dat de tactische en
ballistische voordeelen der puntkogels erkend worden, neemt men een
afwachtende houding aan. Frankrijk zelf, dat het eerst gebruik maakte
van puntkogels, denkt er over een zelflaadgeweer in te voeren van 6,7
m.M. kaliber. Of Japan zich bezig houdt met het vraagstuk der puntkogels,
is ons niet bekenddit alleen weten We, dat men daar eraan denkt,
met een verandering van wapen, een zeer beduidende kalibervergrooting
(van 6,5 tot 8,5 of 9 m.M.) hand in hand te doen gaan. Ook bij den
Bondsraad van Zwitserland zijn plannen aanhangig, tegelijk met het
invoeren van puntkogels, een geweerverandering te doen gepaard gaan.
Uit al deze feiten mag men besluiten, dat de vraag, omtrent de waarde
van puntkogels, nog geen volledige oplossing en afdoende behandeling
heeft gevonden.
Het doel van dit schrijven bestaat nu hierin, uit de chirurgische er
varingen die leeringen te trekken, die ook voor den tacticus van belang
zijn e°n aan de hand van deze feiten, de waarde ervan te bepalen.
Het is interessant te zien, hoe in de beide voor de ontwikkeling
dezer zaak meest beduidende staten (Duitschland en Frankrijk) de chirur
gische zijde dezer vraag zeer verschillend behandeld wordt. Terwijl
we aan den eenen kant, Duitschland, een geheele rij degelijke werken
kunnen aanwijzen (Kranzfelder und Oertel, Riedinger, Feszier) die proefon-