1214
nastoot zonder „onderdoorgaan" (wat trouwens in de meeste
gevallen niet doelmatig is), dat hij niet gebonden is aan be
paalde commando's, doch zorgt dat de commando's voor het
eene gelid in overeenstemming zijn met die voor het andere,
b. v. uit de rechtsche aansluiting:
No. 1
a stoot rechts, weert rechts.
b stoot rechts, weert rechts.
c stoot rechts, weert rechts.
d stoot rechts, weert omlaag.
e stoot links, weert links.
f stoot links, weert omlaag.
g stoot omlaag, weert rechts,
enz.
No. 2
a weert rechts, stoot rechts.
b weert rechts, stoot rechts.
cl weert rechts, stoot omlaag.
e weert links, stoot links.
f weert links, stoot omlaag.
g weert omlaag, stoot rechts,
enz.
Er dient op gewezen te worden dat de nastooten en afweringen
daartegen worden uitgevoerd zonder eerst in de „stelling"
terug te keeren.
Bij de schijnstooten begint het onderwijs met één schijnstoot
om dit later tot meer op te voeren. De schijnstooten worden
niet afgeweerd.
Men kan uit de rechtsche aansluiting zoowel schijnstooten
rechts als links doen. Eveneens in de linksche aansluiting.
Het is voldoende voor te schrijven dat de schijnstoot tot
■doel heeft de tegenpartij tot eene afwering te verleiden, met
het doel dan op eene andere plaats den stoot toe te brengen.
Hoe meer de schijnstoot op een werkelijken stoot gelijkt,
hoe meer de tegenpartij geneigd zal zijn eene afwering te
verrichten, doch tegelijkertijd wordt het voor hem die den
stoot toebrengt in gelijke mate moeilijker den stoot nog van
richting te doen veranderen.
Door veelvuldig oefenen leert de man hierbij vanzelf hoe ver
hij gaan kan.
De onderwijzer moet geheel vrij zijn welke schijnstooten hij
Jaat uitvberen b. v.
i n
c weert rechts, stoot rechts.
i n