1219 gehouden aan de opvatting van den Generaal Vetter, daar echter hun billijkheidsgevoel er tegen op kwam, dat officieren die een grootste gedeelte van hun diensttijd zich met hart en ziel aan spe ciale betrekkingen hadden gewijd, ten achter zouden staan bij hen die bijna uitsluitend bij den troep hadden gediend en daardoor om een populaire uitdrukking te bezigen „op hun slofjes" de geschiktheid voor hoogere rangen volgens den maatstaf „Vetter" hadden verkregen, werden de bevorderingseischen niet in hun vollen omvang toegepast. Wanneer de eenigszins oudere artillerieofficieren hun geheugen raadplegen zullen zij zich hoofdofficieren der artillerie herinneren wien de dienst bij de bereden en onbereden artillerie zoo goed als vreemd was en die toch volgens den maatstaf „Vetter" bevordering hebben gemaakt. Met het optreden van den Generaal Swart als legercomman dant nam de belangrijkheid van den dienst bij den troep voor de artillerie in buitengewone mate toe, daar thans rekening moest worden gehouden met den buitenlandschen vijand. Een stelsel van verdediging werd ontworpen, de vesting artillerie werd uitgerust met het nieuwste wat de techniek op het gebied der geschut-fabricatie had weten samen te stellen ter plaatsing in versterkte punten en stellingen. Ook de taak van de bereden artillerie werd buitengewoon verzwaard, de oefeningen tot dusverre gebaseerd op den strijd tegen een niet met artillerie bewapenden vijand moesten voortaan gegrond zijn op het optreden tegen een vermoedelijk over- machtigen en beter bewapenden tegenstander. De stelling „Vetter" kwam hierdoor de waarheid meer nabij, zij zou echter als volgt geformuleerd moeten worden „de troe- „pendienst is bij de artillerie zeer belangrijk, de dienst in speciale „betrekkingen, in 't bijzonder bij de technische inrichtingen, „evenzeer," immers door de invoering van nieuw materieel, somtijds samengesteld volgens nieuwe beginselen en van in Indië onbekende of minder bekende materialen, was bijzondere studie noodzakelijk. Het gebied der artillerie in Indië thans nader in be schouwing nemende, blijkt het volgende.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 559