1238
De uitwerkingssfeer van het GKT. schot is dus voor het
onderhavige geval beperktt ot een strook van zeer globaal ge
nomen, 26 M. lengte en 2 X 7,5 15 M. breedte.
Het voordeel der groote dieptewerking van het GKT. schot
uit een lang kanon als dat van 7,5 cM. L/30 is dus door de
gesteldheid van het terrein in verband met de ligging der bat
terij ten opzichte van het doel totaal verdwenen.
Dit nadeel doet zich te heviger gevoelen naarmate de helling
van het terrein op de richtlijn grooter is en naarmate de baan
gestrekter is.
Bij steil (d.i. ten opzichte van de richtlijn) invallend vuur,
zal dat nadeel uit den aard der zaak betrekkelijk gering
worden.
In het algemeen zal dus het bovengenoemde nadeel zich bij lan
ge kanonnen krachtiger doen gevoelen dan bij korte kanonnen.
De eenige manier om eenigszins aan het nadeel te ontkomen
is, om de SH. te verhoogen, waardoor de werkingssfeer der
GKT. grooter wordt.
"Van niemand echter kan geëischt worden, dat hij op het
gevechtsveld uitrekent tot hoever hij in dat opzicht zou kunnen
gaan, om de werkingssfeer van het GKT. zoo groot mogelijk
te maken, zonder de werkingsdiepte (d.i. de afstand, waarop van
de kogeltjes nog nuttig effect is te verwachten) te overschrijden
en zonder de trefferdichtheid beneden het minimum te
brengen.
Evenmin is het mogelijk een algemeenen regel te geven, die
in elk speciaal geval ook maar bij ben adering voldoet, maar wel
zou men, zonder ook maar in een enkel geval de uitwerking
van het GKT. schot te schaden,zich tot gewoonte kunnen maken om
in bergterrein (waaronder wordt verstaan geaccidenteerd terrein)
vurende met lange kanonnen, als gewenschte SH. aan te nemen
2 maal de normale SH. uit den schootstafel.
Hierdoor verkrijgt men de volgende voordeelen.
Ie. wordt de strook, waarover de werkingssfeer van het
enkele schot zich uitstrekt 4 maal grooter.
2e. heeft men belangrijk minder kans op aanslagen.
Bij normale SH. toch wordt het aantal hiervan behalve door
de spreiding der springpunten mede beheerscht door de hel-