1240 Een gewijzigd richtvlak No. 1, zooals thans in beproeving, is daarvoor zeer geschikt. Wordt gebruik gemaakt van de tweede genoemde methode, dus inschieten op een hulpdoel, dan schiet men zich in op een be paald punt, en blijft op dien afstand vuren, totdat het doel dat punt is gepasseerd, gaat daarna en handelt op dezelfde wijze ten opzichte van een gelegen punt. Is op het eerste hulpdoel S. H. geregeld, dus bekend hoeveel de sasringen te lang of te kort branden, dan is dit voor de volgende hulpdoelen niet meer noodig. Ten opzichte van elk punt moet uit den aard der zaak op nieuw worden ingeschoten, omdat telkenmale de afstand dient te woiden geschat en deze schatting met fouten is behept. Deed men dit met de geheele batterij, dan zou men den vijand een oogenblik los laten, wat ongewenscht is; daarom lijkt het mij aangewezen, om terwijl de vijand onder vuur wordt gehouden met 3 vuurmonden, met één vuurmond de gegevens te bepalen voor het vuur op een meer nabij gelegen punt. Men zou dan den vijand totdat hij dit laatste punt heeft bereikt, met vuur kunnen vervolgen, door eenige malen, telkens met b v. M. voor den afstand en M. voor de T. te gaan, daarbij echter blijvende richten op het oorspronkelijke lichtpunt (i.e. oorspronkelijke inschietpunt). Is bovendien vooi de gewenschte SH. genomen 2 X de noimale, dan is de kans op aanslagen niet groot. Wel is waar is het op deze wijze afgegeven vuur slechts zeer globaal, omdat geen SH. kan worden gemeten (men kent immers het eindpunt van de baan niet) doch in ieder geval wordt de vijand onder vuur gehouden en zal de moreele uitwerking van het GK. vuur haar effect niet missen. Kunnen kogelaanslagen of kan uitwerking worden waargeno men, dan kan dit een basis vormen, waarop de vuurleider de laatstgenoemde gegevens zoo noodig kan corrigeeren. Wordt direct gericht dan stelt de hier gevolgde wijze van vuren tot eisch, dat zich in het terrein, waarover het doel zich beweegt, markante punten bevinden, die gemaklijk be noembaar zijn en waarvan de aanduiding door den vuurleider geen reden tot vergissing kan geven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 580