- 1260
rust, welke zooveel mogelijk op eene open plek gehouden werd. Van
uit bootnen, zooals wij later hoorden, werden wij gadegeslagen en zoodra
zag men ons niet rusten of 200 M. (soms wel 50 M.) van de rust
plaats in de marschrichting stelde de vijand zich op, gaf een hevig vuur
af en verdween dan weer onmiddellijk.
Hoe dit geschiedde? Het terrein in Sawieto is [was] hoofdzakelijk bedekt
met glagah van meer dan manshoogte, terwijl door die glagah heele
smalle paden ioopen (liepen), zoodat men dikwijls gehukt moet (moest)
gaan. Hielden wij nu rust, dan had de vijand tijd door die glacah te
dringen en eene geschikte plaats op te zoeken Zij gingen tot 2 a 300
M. van de rustplaats langs het te volgen pad [verder dorsten zij naar
het scheen niet te gaan, uit vrees ontdekt te zullen worden] en dan
dwars door de glagah tot den rand van de open plek.
Aan deze soort beschieting werd een einde gemaakt door de spits (2
a 3 man) op het signaal „halt" een 300 meter door te laten marcheeren
de achterste twee man maken front naar achteren, de rest naar beide
zijden.
Ook verdient deze wijze van optreden aanbeveling in zwaar boschterrein,
waar in den regel slechts smalle, bochtige paden zich doorheen slingeren.
De spits loopt na het signaal „halt" door tot de eerstvolgende bocht en
verdwijnt daar vlak naast het pad in de struiken. Dit geeft het voor
deel, dat elk aankomende, vóórdat hij de „compenie" heeft gezien, opgevat
kan worden.
166 zegt: „bij kleine afdeelingen bestaat het teeken voor halt in
■één tik, voor voorwaarts in twee tikken en voor rechtsomkeert in drie
tikken op den rug van den voorganger".
In het berg- en boschland, waar men telkens over boomstronken, enz.
struikelt of in eene kuil valt (men heeft zelfs terreinen, waarin het eene
besliste onmogelijkheid is bij donkeren nacht zonder opgestoken flambouwen
te loopen) is het niet doenlijk den afstand steeds zoodanig te bewaren,
dat men op elk gewild oogenblik den voorganger op den rug kan tikken.
Daarenboven loopt de commandant als regel No 4 van voren af gerek end.
Hoe weet dus de achter hem loopende, wanneer hij weer vooruit moet,
want dikwijls kan men letterlijk geen hand voor oogen zien. Hoe kan
men zijn achterman bij het halt h mien, voorwaarts gaan of rechtsomkeert
maken op den rug tikken?
Bij het halt houden loopen de achter den commandant loopenden van
zelf tegen dezen aan en bij het rechtsomkeert maken duwt deze desnoods
tegen de hem volgenden. Dat zou dus ook kunnen zonder tikken, maar
nu het voorwaarts gaan
Ik duidde die drie bewegingen steeds aan door zacht één, twee of
driemaal te sissen of met de vingers een klappend geluid te maken, welke
signalen dadelijk overgenomen werden door het kader, dat op verschillende
gedeelten van de groep liep.
Het loopen bij donkeren nacht aan een touw (hoewel niet aangegeven)
is niet erg aan te bevelen, want als de marsch lang duurt vallen de
achterste manschappen in den dommel en laten zich dan voorttrekken,
hetgeen de voorsten zeer vermoeit en nadeel doet aan de activiteit.
Waar mogelijk, werd gebruik gemaakt van phosphoriseerend hout, dat
achter op den ransel werd gesloken, en anders werd gemarcheerd op het
gehoor, hetgeen bij eenigo oefening zeer wel mogelijk is.