736 den leider bij oefeningen in den B. D., waarvan wij alleen vermelden, dat het vuren op bewegende doelen veelvuldig moet worden beoefend, evenals het veranderen van doel en dat oefeningen, waarbij de bedieningsmanschappen zoo goed als niets te doen zouden hebben en geruimen tijd werkeloos tegen de borstwering zouden zitten, bij voorkeur alleen met kader moeten gehouden worden; daarmede worden dan bedoeld de oefeningen in de voorbereiding van een vuur. Met manschappen worden dus beoefend het bezetten der batterij en de verrichtingen vóór het vuur, het aflossen, het in 't geweer komen, enz. 165. De bezetting bestaat uit... „Ook worden zoo noodig „nog per batterij ingedeeld: één onderofficier als batterij- onderofficier om het toezicht in de batterij van den B. C- „over te nemen, één onderofficier of korporaal als opschrijver, minstens telefonisten en per vuurmond één reserve- „bedieningsma n." De B. C. wordt dus in sommige gevallen ontlast van het toezicht op en de zorg voor den geregelden gang van den dienst in de batterij en kan dan alle aandacht wijden aan de waarneming van het doel en van zijn vuur. Openlijk wordt in 177 erkent, dat de B. C. zich van ziju batterij verwijderen mag om zich op te houden op een plaats, van waar hij het doel kan zien. „Telefonisch of optisch brengt hij zijn bevelen dan over „aan den B. O. of den oudsten S. C." „In een batterij van 3 stukken is voortaan steeds een sectie* „commandant". 16S. De indeeling der bezetting in wacht en reserve, datee- rende uit den tijd van het witte leergoed, is vervallen- „Als regel geldt, dat tijdens het vuur de geheele bezetting 2) „in de batterij is om de vuurmonden te bedienen, ten einde „de vuur snelheid zooveel mogelijk op te voeren 1). Zijn echter „voor de te bereiken vuursnelheid enkele vuurmonden niet „noodig, dan doet de B. Cde bedieningen daarvan naar de „schuilplaats gaan, of zoo noodig andere werkzaamheden in de 1) De cursiveering is van ons. De tusschen geplaatste woorden geven den letterlijken tekst weer. 2) De reserveman per stak vernoedeljjk wel niet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 60