1281 In 1908 is de eenvoudiger africhting als waakhond weer aan de orde gekomen, omdat het wenschelijk werd geacht de fortwachters in de ver dedigingswerken van honden te voorzien, die hen tijdig kunnen waar schuwen, indien men op slinksche wijze die werken zoekt binnen te drin gen. De aanvankelijk hiermede verkregen- resultaten zijn niet gunstig, doch de proeven worden met andere hondensoorten voortgezet. Stopping-power van het Indische geweer en de karabijn M. 95 De vraag, of het Indische geweer en de karabijn M. 95 onvoldoende stopping-power hebben, wordt door den leger-commandant en den Gou verneur-Generaal aldus beantwoordt: lo. in sommige gevallen staat het gebrek aan stopping-power ontwij felbaar vast 2o. deze eigenschap doet zich echter slechts bij uitzondering onder bepaalde niet onder regels te brengen omstandigheden voor; 3o. het is niet wenschelijk en ook niet noodig tegen dit slechts bij uit zondering aan den dag tredend nadeel maatregelen in overweging te nemen, omdat dergelijke maatregelen noodwendig ten gevolge zouden moeten hebben, dat de kogel in verreweg de meeste gevallen noodeloos zware tevens afschuwelijke verwondingen zou veroorzaken, terwijl de soldaat over voldoende weermiddelen beschikt (bajonet of klewang) om zich in die uitzonderingsgevallen te verdedigen. Beweerde knoeierijen bij de levering van schoeisel voor het leger Ter beantwoording van de gedane vragen betreffende de qualiteit van het Indische legerschoeisel en den onderstelden overmatigen voorraad daarvan, welke laatste den indruk had gevestigd, dat bestellingen waren ge daan voornamelijk met het doel om de leveranciers aan het werk te hou den, kan op grond van nader uit Indië verkregen gegevens, het volgende worden medegedeeld. Bij een herhaald onderzoek van het uitgezonden schoeisel, alsmede bij het toezicht en de conti óle uitgeoefend op het in Indië vervaardigde schoeisel, is gebleken, dat steeds van zoo goed mogelijk pekdraad werd gebruik gemaakt. Het „doorspijkeren" is een maatregel, welke in de laatste jaren wordt toegepast, niet omdat bij den aanmak van het schoeisel minderwaardig pekdraad werd of wordt gebruikt, maar omdat in de practijk is gebleken, dat het schoeisel in Indië veel spoediger dan elders zijn weerstand verliest. In Indië worden in de laatste jaren de schoenen doorgespijkerd geleverd, terwijl de in Nederland vervaardigde schoenen, na ontvangst, werden doorgespijkerd. Voortaan zullen zij aldus worden uitgezonden. Wat verder betreft het groote aantal schoenen in incourante maten, dat in voorraad zou zijn, bleek bij een in Juli 1908 ingesteld onderzoek in hethoofd- magazijn in Indië, dat van de daar aanwezige 2600 paren overjarige lederen schoenen meer dan 75 pCt. uit Nederland afkomstig waren, zoodat hier uit niet de gevolgtrekking kan worden gemaakt, dat men die schoenen liet maken om den (Indischen) fabrikant in de gelegenheid te stallen veel van de hand te zetten. Ook is gebleken, dat sedert 1895, d.i. sedert het optreden van den hoofd-intendant als kapitein, chef van het betrokken bureau, weinig bestellingen van schoenen van de minder ge wilde tailles werden gedaan. De voorradige incourante schoenen zijn dus 1. M. T. 1909 83

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 621